controle (m) (n) (feit) | verificação (f) (n) (feit) |
controle (m) (n) (algemeen) | checagem (f) (n) (algemeen) |
controle (m) (n) (onderzoek) | controle (m) (n) (onderzoek) |
controle (m) (n) (onderzoek) | dominação (f) (n) (onderzoek) |
controle (m) (n) (algemeen) | controle (m) (n) (algemeen) |
controle (m) (n) (onderzoek) | inspeção (f) (n) (onderzoek) |
controle (m) (n) (overheersing) | checagem (f) (n) (overheersing) |
controle (m) (n) (algemeen) | dominação (f) (n) (algemeen) |
controle (m) (n) (algemeen) | inspeção (f) (n) (algemeen) |
controle (m) (n) (overheersing) | inspeção (f) (n) (overheersing) |
controle (m) (n) (onderzoek) | checagem (f) (n) (onderzoek) |
controle (m) (n) (overheersing) | dominação (f) (n) (overheersing) |
controle (m) (n) (overheersing) | controle (m) (n) (overheersing) |
controle hebben over | ter controle sobre |
controle hebben over | dominar |
onder controle | sob controle |