afhalen
(v)
(voorwerpen)
|
desapossar
(v)
(voorwerpen)
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
desapossado
desapossam
desapossas
desapossavam
desapossavas
|
afhalen
(v)
(persoon)
|
pegar
(v)
(persoon)
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
pegado
pegam
pegas
pegavam
pegavas
|
afhalen
(v)
(voorwerpen)
|
tomar
(v)
(voorwerpen)
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
tomado
tomam
tomas
tomavam
tomavas
|
afhalen
(v)
(tuinbouwkunde)
|
podar
(v)
(tuinbouwkunde)
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
podado
podam
podas
podavam
podavas
|
afhalen
(v)
(voorwerpen)
|
pegar
(v)
(voorwerpen)
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
pegado
pegam
pegas
pegavam
pegavas
|
afhalen
(v)
(voorwerpen)
|
tirar
(v)
(voorwerpen)
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
tirado
tiram
tiras
tiravam
tiravas
|
afhalen
(v)
(voorwerpen)
|
buscar
(v)
(voorwerpen)
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
buscado
buscam
buscas
buscavam
buscavas
|
afhalen
(v)
(persoon)
|
buscar
(v)
(persoon)
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
buscado
buscam
buscas
buscavam
buscavas
|
afhalen
(v)
(tuinbouwkunde)
|
cortar
(v)
(tuinbouwkunde)
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
cortado
cortam
cortas
cortavam
cortavas
|
afhalen
(v)
(voorwerpen)
|
apanhar
(v)
(voorwerpen)
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
apanhado
apanham
apanhas
apanhavam
apanhavas
|
afhalen
(v)
(persoon)
|
apanhar
(v)
(persoon)
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
apanhado
apanham
apanhas
apanhavam
apanhavas
|