achterhalen
(v)
(erachter komen)
|
efetuar
(v)
(erachter komen)
|
achterhaald
achterhalen
achterhaalt
achterhaalde
achterhaalden
|
efetuado
efetuam
efetuas
efetuavam
efetuavas
|
achterhalen
(v)
(erachter komen)
|
dar cabo de
(v)
(erachter komen)
|
achterhalen
(v)
(erachter komen)
|
realizar
(v)
(erachter komen)
|
achterhaald
achterhalen
achterhaalt
achterhaalde
achterhaalden
|
realizado
realizam
realizas
realizavam
realizavas
|
achterhalen
(v)
(erachter komen)
|
concluir
(v)
(erachter komen)
|
achterhaald
achterhalen
achterhaalt
achterhaalde
achterhaalden
|
concluído
concluem
concluis
concluíam
concluías
|
achterhalen
(v)
(erachter komen)
|
descobrir
(v)
(erachter komen)
|
achterhaald
achterhalen
achterhaalt
achterhaalde
achterhaalden
|
descoberto
descobrem
descobres
descobriam
descobrias
|
achterhalen
(v)
(erachter komen)
|
alcançar
(v)
(erachter komen)
|
achterhalen
(v)
(erachter komen)
|
chegar
(v)
(erachter komen)
|
achterhaald
achterhalen
achterhaalt
achterhaalde
achterhaalden
|
chegado
chegam
chegas
chegavam
chegavas
|
achterhalen
(v)
(erachter komen)
|
completar
(v)
(erachter komen)
|
achterhaald
achterhalen
achterhaalt
achterhaalde
achterhaalden
|
completado
completam
completas
completavam
completavas
|
achterhalen
(v)
(erachter komen)
|
encontrar
(v)
(erachter komen)
|
achterhaald
achterhalen
achterhaalt
achterhaalde
achterhaalden
|
encontrado
encontram
encontras
encontravam
encontravas
|