weglaten (v) (overslaan) | sopprimere (v) (overslaan) |
weglaten (v) (overslaan) | omettere (v) (overslaan) |
weglaten (v) (uitlaten) | sopprimere (v) (uitlaten) |
weglaten (v) (overslaan) | saltare (v) (overslaan) |
weglaten (v) (linguïstiek) | elidere (v) (linguïstiek) |
weglaten (v) (uitlaten) | saltare (v) (uitlaten) |
weglaten (v) (uitlaten) | omettere (v) (uitlaten) |