voorspellen
(n)
(n)
(toekomst)
|
predire il futuro
(m)
(n)
(toekomst)
|
|
voorspellen
(n)
(n)
(toekomst)
|
divinazione
(f)
(n)
(toekomst)
|
|
voorspellen
(n)
(n)
(toekomst)
|
predizione
(f)
(n)
(toekomst)
|
voorspellen
(n)
(v)
(omen)
|
promettere
(v)
(omen)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(toekomst)
|
far presagire
(v)
(toekomst)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(waarschuwing)
|
presagire
(v)
(waarschuwing)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(toekomst)
|
predire
(v)
(toekomst)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(toekomst)
|
preannunciare
(v)
(toekomst)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(toekomst)
|
presagire
(v)
(toekomst)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(omen)
|
far presagire
(v)
(omen)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(waarschuwing)
|
pronosticare
(v)
(waarschuwing)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(omen)
|
preannunciare
(v)
(omen)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(waarschuwing)
|
far presagire
(v)
(waarschuwing)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(toekomst)
|
pronosticare
(v)
(toekomst)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(omen)
|
indicare
(v)
(omen)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(toekomst)
|
preannunziare
(v)
(toekomst)
|
|
voorspellen
(n)
(v)
(waarschuwing)
|
preannunciare
(v)
(waarschuwing)
|
Vertalen Voorspellen in andere talen
