voorbijgaand (a) (tijd) | momentaneamente (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | fuggevole (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | transitorio (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | attualmente (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | passeggero (m) (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | momentaneo (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | in questo momento (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | provvisorio (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (beweging) | che passa (a) (beweging) |
voorbijgaand (a) (tijd) | adesso (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | per il momento (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | temporaneamente (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | evanescente (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | provvisoriamente (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (beweging) | di passaggio (a) (beweging) |
voorbijgaand (a) (tijd) | fugace (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | per ora (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | temporaneo (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | effimero (a) (tijd) |
voorbijgaand (a) (tijd) | ora (f) (a) (tijd) |
snel voorbijgaand | passeggero |
snel voorbijgaand | fuggevole |
snel voorbijgaand | fugace |
snel voorbijgaand | evanescente |
snel voorbijgaand | effimero |