toespeling (f) (n) (situatie) | insinuazione (f) (n) (situatie) |
toespeling (f) (n) (situatie) | accenno (m) (n) (situatie) |
toespeling (f) (n) (algemeen) | insinuazione (f) (n) (algemeen) |
toespeling (f) (n) (situatie) | allusione (f) (n) (situatie) |
toespeling (f) (n) (algemeen) | riferimento (m) (n) (algemeen) |
toespeling (f) (n) (algemeen) | accenno (m) (n) (algemeen) |
toespeling (f) (n) (situatie) | riferimento (m) (n) (situatie) |
toespeling (f) (n) (algemeen) | allusione (f) (n) (algemeen) |
een toespeling maken op | riferirsi a |
een toespeling maken op | fare allusione a |
een toespeling maken op | alludere a |
een toespeling maken op | accennare a |