teweegbrengen
(v)
(veroorzaken)
|
creare
(v)
(veroorzaken)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
creando
creano
crei
creavano
creavi
|
teweegbrengen
(v)
(veroorzaken)
|
determinare
(v)
(veroorzaken)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
determinando
determinano
determini
determinavano
determinavi
|
teweegbrengen
(v)
(ramp)
|
istigare
(v)
(ramp)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
istigando
istigano
istighi
istigavano
istigavi
|
teweegbrengen
(v)
(resultaat)
|
apportare
(v)
(resultaat)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
apportando
apportano
apporti
apportavano
apportavi
|
teweegbrengen
(v)
(ramp)
|
provocare
(v)
(ramp)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
provocando
provocano
provochi
provocavano
provocavi
|
teweegbrengen
(v)
(resultaat)
|
provocare
(v)
(resultaat)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
provocando
provocano
provochi
provocavano
provocavi
|
teweegbrengen
(v)
(ramp)
|
causare
(v)
(ramp)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
causando
causano
causi
causavano
causavi
|
teweegbrengen
(v)
(opstand)
|
effettuare
(v)
(opstand)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
effettuando
effettuano
effettui
effettuavano
effettuavi
|
teweegbrengen
(v)
(opstand)
|
istigare
(v)
(opstand)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
istigando
istigano
istighi
istigavano
istigavi
|
teweegbrengen
(v)
(veroorzaken)
|
scatenare
(v)
(veroorzaken)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
scatenando
scatenano
scateni
scatenavano
scatenavi
|
teweegbrengen
(v)
(resultaat)
|
causare
(v)
(resultaat)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
causando
causano
causi
causavano
causavi
|
teweegbrengen
(v)
(ramp)
|
creare
(v)
(ramp)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
creando
creano
crei
creavano
creavi
|
teweegbrengen
(v)
(ramp)
|
determinare
(v)
(ramp)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
determinando
determinano
determini
determinavano
determinavi
|
teweegbrengen
(v)
(veroorzaken)
|
generare
(v)
(veroorzaken)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
generando
generano
generi
generavano
generavi
|
teweegbrengen
(v)
(reactie)
|
provocare
(v)
(reactie)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
provocando
provocano
provochi
provocavano
provocavi
|
teweegbrengen
(v)
(veroorzaken)
|
causare
(v)
(veroorzaken)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
causando
causano
causi
causavano
causavi
|
teweegbrengen
(v)
(opstand)
|
essere la causa di
(v)
(opstand)
|
teweegbrengen
(v)
(opstand)
|
provocare
(v)
(opstand)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
provocando
provocano
provochi
provocavano
provocavi
|
teweegbrengen
(v)
(ramp)
|
scatenare
(v)
(ramp)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
scatenando
scatenano
scateni
scatenavano
scatenavi
|
teweegbrengen
(v)
(ramp)
|
essere la causa di
(v)
(ramp)
|
teweegbrengen
(v)
(opstand)
|
causare
(v)
(opstand)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
causando
causano
causi
causavano
causavi
|
teweegbrengen
(v)
(opstand)
|
determinare
(v)
(opstand)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
determinando
determinano
determini
determinavano
determinavi
|
teweegbrengen
(v)
(ramp)
|
generare
(v)
(ramp)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
generando
generano
generi
generavano
generavi
|
teweegbrengen
(v)
(reactie)
|
scatenare
(v)
(reactie)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
scatenando
scatenano
scateni
scatenavano
scatenavi
|
teweegbrengen
(v)
(opstand)
|
creare
(v)
(opstand)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
creando
creano
crei
creavano
creavi
|
teweegbrengen
(v)
(ramp)
|
effettuare
(v)
(ramp)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
effettuando
effettuano
effettui
effettuavano
effettuavi
|
teweegbrengen
(v)
(veroorzaken)
|
istigare
(v)
(veroorzaken)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
istigando
istigano
istighi
istigavano
istigavi
|
teweegbrengen
(v)
(veroorzaken)
|
provocare
(v)
(veroorzaken)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
provocando
provocano
provochi
provocavano
provocavi
|
teweegbrengen
(v)
(veroorzaken)
|
essere la causa di
(v)
(veroorzaken)
|
teweegbrengen
(v)
(veroorzaken)
|
apportare
(v)
(veroorzaken)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
apportando
apportano
apporti
apportavano
apportavi
|
teweegbrengen
(v)
(veroorzaken)
|
effettuare
(v)
(veroorzaken)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
effettuando
effettuano
effettui
effettuavano
effettuavi
|
teweegbrengen
(v)
(opstand)
|
generare
(v)
(opstand)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
generando
generano
generi
generavano
generavi
|
teweegbrengen
(v)
(opstand)
|
scatenare
(v)
(opstand)
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
scatenando
scatenano
scateni
scatenavano
scatenavi
|