terugschroeven
(v)
(niveau)
|
ridurre
(v)
(niveau)
|
teruggeschroefd
schroeft terug
schroeven terug
schroefden terug
schroefde terug
|
riducendo
riduci
riducono
riducevano
riducevi
|
terugschroeven
(v)
(aangelegenheid)
|
annullare
(v)
(aangelegenheid)
|
teruggeschroefd
schroeft terug
schroeven terug
schroefden terug
schroefde terug
|
annullando
annullano
annulli
annullavano
annullavi
|
terugschroeven
(v)
(aangelegenheid)
|
revocare
(v)
(aangelegenheid)
|
teruggeschroefd
schroeft terug
schroeven terug
schroefden terug
schroefde terug
|
revocando
revocano
revochi
revocavano
revocavi
|
terugschroeven
(v)
(niveau)
|
diminuire
(v)
(niveau)
|
teruggeschroefd
schroeft terug
schroeven terug
schroefden terug
schroefde terug
|
diminuendo
diminuisci
diminuiscono
diminuivano
diminuivi
|
terugschroeven
(v)
(niveau)
|
abbassare
(v)
(niveau)
|
teruggeschroefd
schroeft terug
schroeven terug
schroefden terug
schroefde terug
|
abbassando
abbassano
abbassi
abbassavano
abbassavi
|
terugschroeven
(v)
(aangelegenheid)
|
invalidare
(v)
(aangelegenheid)
|
teruggeschroefd
schroeft terug
schroeven terug
schroefden terug
schroefde terug
|
invalidando
invalidano
invalidi
invalidavano
invalidavi
|
terugschroeven
(v)
(aangelegenheid)
|
cancellare
(v)
(aangelegenheid)
|
teruggeschroefd
schroeft terug
schroeven terug
schroefden terug
schroefde terug
|
cancellando
cancellano
cancelli
cancellavano
cancellavi
|