tegelijkertijd (o) (tijd) | nello stesso tempo (o) (tijd) |
tegelijkertijd (o) (tijd) | simultaneamente (o) (tijd) |
tegelijkertijd (o) (tijd) | coesistente (o) (tijd) |
tegelijkertijd (o) (tijd) | simultaneo (o) (tijd) |
tegelijkertijd (o) (tijd) | contemporaneo (o) (tijd) |
sneeuwen en regenen tegelijkertijd | nevischiare |
tegelijkertijd gebeuren | coincidere |
tegelijkertijd gebeuren | accadere contemporaneamente |