spelen
(n)
(n)
(algemeen)
|
gioco
(m)
(n)
(algemeen)
|
spelen
(n)
(n)
(algemeen)
|
gioco d'azzardo
(m)
(n)
(algemeen)
|
spelen
(n)
(v)
(sport)
|
recitare
(v)
(sport)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
recitando
recitano
reciti
recitavano
recitavi
|
spelen
(n)
(v)
(theater)
|
recitare
(v)
(theater)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
recitando
recitano
reciti
recitavano
recitavi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek - instrumenten)
|
suonare
(v)
(muziek - instrumenten)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
suonando
suonano
suoni
suonavano
suonavi
|
spelen
(n)
(v)
(recreatie)
|
interpretare
(v)
(recreatie)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
interpretando
interpretano
interpreti
interpretavano
interpretavi
|
spelen
(n)
(v)
(recreatie)
|
eseguire
(v)
(recreatie)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
eseguendo
esegui
eseguono
eseguivano
eseguivi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek)
|
recitare
(v)
(muziek)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
recitando
recitano
reciti
recitavano
recitavi
|
spelen
(n)
(v)
(Geld)
|
suonare
(v)
(Geld)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
suonando
suonano
suoni
suonavano
suonavi
|
spelen
(n)
(v)
(recreatie)
|
suonare
(v)
(recreatie)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
suonando
suonano
suoni
suonavano
suonavi
|
spelen
(n)
(v)
(theater)
|
giocare
(v)
(theater)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
giocando
giocano
giochi
giocavano
giocavi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek)
|
interpretare
(v)
(muziek)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
interpretando
interpretano
interpreti
interpretavano
interpretavi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek)
|
eseguire
(v)
(muziek)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
eseguendo
esegui
eseguono
eseguivano
eseguivi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek - instrumenten)
|
recitare
(v)
(muziek - instrumenten)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
recitando
recitano
reciti
recitavano
recitavi
|
spelen
(n)
(v)
(theater)
|
suonare
(v)
(theater)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
suonando
suonano
suoni
suonavano
suonavi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek)
|
giocare
(v)
(muziek)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
giocando
giocano
giochi
giocavano
giocavi
|
spelen
(n)
(v)
(Geld)
|
eseguire
(v)
(Geld)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
eseguendo
esegui
eseguono
eseguivano
eseguivi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek - instrumenten)
|
sonare
(v)
(muziek - instrumenten)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
sonando
suonano
suoni
sonavano
sonavi
|
spelen
(n)
(v)
(Geld)
|
sonare
(v)
(Geld)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
sonando
suonano
suoni
sonavano
sonavi
|
spelen
(n)
(v)
(sport)
|
sonare
(v)
(sport)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
sonando
suonano
suoni
sonavano
sonavi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek - instrumenten)
|
giocare
(v)
(muziek - instrumenten)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
giocando
giocano
giochi
giocavano
giocavi
|
spelen
(n)
(v)
(theater)
|
interpretare
(v)
(theater)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
interpretando
interpretano
interpreti
interpretavano
interpretavi
|
spelen
(n)
(v)
(theater)
|
eseguire
(v)
(theater)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
eseguendo
esegui
eseguono
eseguivano
eseguivi
|
spelen
(n)
(v)
(recreatie)
|
recitare
(v)
(recreatie)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
recitando
recitano
reciti
recitavano
recitavi
|
spelen
(n)
(v)
(sport)
|
suonare
(v)
(sport)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
suonando
suonano
suoni
suonavano
suonavi
|
spelen
(n)
(v)
(Geld)
|
interpretare
(v)
(Geld)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
interpretando
interpretano
interpreti
interpretavano
interpretavi
|
spelen
(n)
(v)
(sport)
|
eseguire
(v)
(sport)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
eseguendo
esegui
eseguono
eseguivano
eseguivi
|
spelen
(n)
(v)
(sport)
|
giocare
(v)
(sport)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
giocando
giocano
giochi
giocavano
giocavi
|
spelen
(n)
(v)
(recreatie)
|
sonare
(v)
(recreatie)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
sonando
suonano
suoni
sonavano
sonavi
|
spelen
(n)
(v)
(theater)
|
sonare
(v)
(theater)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
sonando
suonano
suoni
sonavano
sonavi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek)
|
sonare
(v)
(muziek)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
sonando
suonano
suoni
sonavano
sonavi
|
spelen
(n)
(v)
(recreatie)
|
giocare
(v)
(recreatie)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
giocando
giocano
giochi
giocavano
giocavi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek - instrumenten)
|
interpretare
(v)
(muziek - instrumenten)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
interpretando
interpretano
interpreti
interpretavano
interpretavi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek - instrumenten)
|
eseguire
(v)
(muziek - instrumenten)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
eseguendo
esegui
eseguono
eseguivano
eseguivi
|
spelen
(n)
(v)
(Geld)
|
recitare
(v)
(Geld)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
recitando
recitano
reciti
recitavano
recitavi
|
spelen
(n)
(v)
(muziek)
|
suonare
(v)
(muziek)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
suonando
suonano
suoni
suonavano
suonavi
|
spelen
(n)
(v)
(sport)
|
interpretare
(v)
(sport)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
interpretando
interpretano
interpreti
interpretavano
interpretavi
|
spelen
(n)
(v)
(Geld)
|
giocare
(v)
(Geld)
|
gespeeld
spelen
speelt
speelde
speelden
|
giocando
giocano
giochi
giocavano
giocavi
|