samenwerken (v) (medewerken) | unire le forze (v) (medewerken) |
samenwerken (v) (medewerken) | collaborare (v) (medewerken) |
samenwerken (v) (meewerken) | cooperare (v) (meewerken) |
samenwerken (v) (medewerken) | mettersi insieme (v) (medewerken) |
samenwerken (v) (meewerken) | collaborare (v) (meewerken) |