prikkelen
(v)
(ledematen)
|
formicolare
(v)
(ledematen)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
formicolando
formicolano
formicoli
formicolavano
formicolavi
|
prikkelen
(v)
(gevoelens)
|
provocare
(v)
(gevoelens)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
provocando
provocano
provochi
provocavano
provocavi
|
prikkelen
(v)
(aandacht)
|
stimolare
(v)
(aandacht)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
stimolando
stimolano
stimoli
stimolavano
stimolavi
|
prikkelen
(v)
(gevoelens)
|
attirare
(v)
(gevoelens)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
attirando
attirano
attiri
attiravano
attiravi
|
prikkelen
(v)
(aandacht)
|
attirare
(v)
(aandacht)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
attirando
attirano
attiri
attiravano
attiravi
|
prikkelen
(v)
(aandacht)
|
sollevare
(v)
(aandacht)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
sollevando
sollevano
sollevi
sollevavano
sollevavi
|
prikkelen
(v)
(aandacht)
|
incitare
(v)
(aandacht)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
incitando
incitano
inciti
incitavano
incitavi
|
prikkelen
(v)
(zintuiglijke gewaarwording)
|
formicolare
(v)
(zintuiglijke gewaarwording)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
formicolando
formicolano
formicoli
formicolavano
formicolavi
|
prikkelen
(v)
(gedrag)
|
provocare
(v)
(gedrag)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
provocando
provocano
provochi
provocavano
provocavi
|
prikkelen
(v)
(aandacht)
|
suscitare
(v)
(aandacht)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
suscitando
suscitano
susciti
suscitavano
suscitavi
|
prikkelen
(v)
(oog)
|
bruciare
(v)
(oog)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
bruciando
bruci
bruciano
bruciavano
bruciavi
|
prikkelen
(v)
(gevoelens)
|
eccitare
(v)
(gevoelens)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
eccitando
eccitano
ecciti
eccitavano
eccitavi
|
prikkelen
(v)
(gedrag)
|
indignare
(v)
(gedrag)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
indignando
indignano
indigni
indignavano
indignavi
|
prikkelen
(v)
(gevoelens)
|
incitare
(v)
(gevoelens)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
incitando
incitano
inciti
incitavano
incitavi
|
prikkelen
(v)
(gevoelens)
|
destare
(v)
(gevoelens)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
destando
destano
desti
destavano
destavi
|
prikkelen
(v)
(aandacht)
|
provocare
(v)
(aandacht)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
provocando
provocano
provochi
provocavano
provocavi
|
prikkelen
(v)
(gevoelens)
|
suscitare
(v)
(gevoelens)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
suscitando
suscitano
susciti
suscitavano
suscitavi
|
prikkelen
(v)
(aandacht)
|
cattivare
(v)
(aandacht)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
cattivando
cattivano
cattivi
cattivavano
cattivavi
|
prikkelen
(v)
(aandacht)
|
eccitare
(v)
(aandacht)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
eccitando
eccitano
ecciti
eccitavano
eccitavi
|
prikkelen
(v)
(zintuiglijke gewaarwording)
|
pizzicare
(v)
(zintuiglijke gewaarwording)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
pizzicando
pizzicano
pizzichi
pizzicavano
pizzicavi
|
prikkelen
(v)
(gevoelens)
|
stimolare
(v)
(gevoelens)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
stimolando
stimolano
stimoli
stimolavano
stimolavi
|
prikkelen
(v)
(aandacht)
|
destare
(v)
(aandacht)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
destando
destano
desti
destavano
destavi
|
prikkelen
(v)
(gevoelens)
|
sollevare
(v)
(gevoelens)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
sollevando
sollevano
sollevi
sollevavano
sollevavi
|
prikkelen
(v)
(gevoelens)
|
cattivare
(v)
(gevoelens)
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
cattivando
cattivano
cattivi
cattivavano
cattivavi
|