plaatsen
(v)
(Gast)
|
sistemare
(v)
(Gast)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
sistemando
sistemano
sistemi
sistemavano
sistemavi
|
plaatsen
(v)
(voorwerpen)
|
deporre
(v)
(voorwerpen)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
deponendo
depongono
deponi
deponevano
deponevi
|
plaatsen
(v)
(voorwerpen)
|
posare
(v)
(voorwerpen)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
posando
posano
posi
posavano
posavi
|
plaatsen
(v)
(ligging)
|
deporre
(v)
(ligging)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
deponendo
depongono
deponi
deponevano
deponevi
|
plaatsen
(v)
(beweging)
|
mettere
(v)
(beweging)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
plaatsen
(v)
(voorwerpen)
|
piantare
(v)
(voorwerpen)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
piantando
piantano
pianti
piantavano
piantavi
|
plaatsen
(v)
(ligging)
|
sistemare
(v)
(ligging)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
sistemando
sistemano
sistemi
sistemavano
sistemavi
|
plaatsen
(v)
(ligging)
|
collocare
(v)
(ligging)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
collocando
collocano
collochi
collocavano
collocavi
|
plaatsen
(v)
(Gast)
|
collocare
(v)
(Gast)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
collocando
collocano
collochi
collocavano
collocavi
|
plaatsen
(v)
(ligging)
|
posare
(v)
(ligging)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
posando
posano
posi
posavano
posavi
|
plaatsen
(v)
(Gast)
|
mettere a posto
(v)
(Gast)
|
plaatsen
(v)
(voorwerpen)
|
mettere
(v)
(voorwerpen)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
plaatsen
(v)
(voorwerpen)
|
porre
(v)
(voorwerpen)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
plaatsen
(v)
(ligging)
|
situare
(v)
(ligging)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
situando
situano
situi
situavano
situavi
|
plaatsen
(v)
(voorwerpen)
|
collocare
(v)
(voorwerpen)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
collocando
collocano
collochi
collocavano
collocavi
|
plaatsen
(v)
(ligging)
|
far sedere
(v)
(ligging)
|
plaatsen
(v)
(Gast)
|
mettere a sedere
(v)
(Gast)
|
plaatsen
(v)
(ligging)
|
mettere a posto
(v)
(ligging)
|
plaatsen
(v)
(Gast)
|
far sedere
(v)
(Gast)
|
plaatsen
(v)
(ligging)
|
porre
(v)
(ligging)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
plaatsen
(v)
(voorwerpen)
|
situare
(v)
(voorwerpen)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
situando
situano
situi
situavano
situavi
|
plaatsen
(v)
(voorwerpen)
|
conficcare
(v)
(voorwerpen)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
conficcando
conficcano
conficchi
conficcavano
conficcavi
|
plaatsen
(v)
(voorwerpen)
|
ficcare
(v)
(voorwerpen)
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
ficcando
ficcano
ficchi
ficcavano
ficcavi
|
plaatsen
(v)
(ligging)
|
mettere a sedere
(v)
(ligging)
|