opkikkeren
(v)
(temperament - slecht humeur)
|
rincuorare
(v)
(temperament - slecht humeur)
|
opgekikkerd
kikkert op
kikkeren op
kikkerde op
kikkerden op
|
rincuorando
rincuorano
rincuori
rincuoravano
rincuoravi
|
opkikkeren
(v)
(persoon)
|
fare bene
(v)
(persoon)
|
opkikkeren
(v)
(temperament - slecht humeur)
|
rinfrancare
(v)
(temperament - slecht humeur)
|
opgekikkerd
kikkert op
kikkeren op
kikkerde op
kikkerden op
|
rinfrancando
rinfrancano
rinfranchi
rinfrancavano
rinfrancavi
|
opkikkeren
(v)
(temperament - slecht humeur)
|
rianimare
(v)
(temperament - slecht humeur)
|
opgekikkerd
kikkert op
kikkeren op
kikkerde op
kikkerden op
|
rianimando
rianimano
rianimi
rianimavano
rianimavi
|
opkikkeren
(v)
(persoon)
|
rianimare
(v)
(persoon)
|
opgekikkerd
kikkert op
kikkeren op
kikkerde op
kikkerden op
|
rianimando
rianimano
rianimi
rianimavano
rianimavi
|
opkikkeren
(v)
(persoon)
|
rincuorare
(v)
(persoon)
|
opgekikkerd
kikkert op
kikkeren op
kikkerde op
kikkerden op
|
rincuorando
rincuorano
rincuori
rincuoravano
rincuoravi
|
opkikkeren
(v)
(persoon)
|
rallegrare
(v)
(persoon)
|
opkikkeren
(v)
(temperament - slecht humeur)
|
rincorare
(v)
(temperament - slecht humeur)
|
opgekikkerd
kikkert op
kikkeren op
kikkerde op
kikkerden op
|
rincorando
rincuorano
rincuori
rincoravano
rincoravi
|
opkikkeren
(v)
(persoon)
|
rincorare
(v)
(persoon)
|
opgekikkerd
kikkert op
kikkeren op
kikkerde op
kikkerden op
|
rincorando
rincuorano
rincuori
rincoravano
rincoravi
|
opkikkeren
(v)
(temperament - slecht humeur)
|
rallegrare
(v)
(temperament - slecht humeur)
|
opkikkeren
(v)
(persoon)
|
rinfrancare
(v)
(persoon)
|
opgekikkerd
kikkert op
kikkeren op
kikkerde op
kikkerden op
|
rinfrancando
rinfrancano
rinfranchi
rinfrancavano
rinfrancavi
|
opkikkeren
(v)
(temperament - slecht humeur)
|
fare bene
(v)
(temperament - slecht humeur)
|