omvervallen
(v)
(voorwerpen)
|
rivoltare
(v)
(voorwerpen)
|
omvergevallen
valt omver
vallen omver
viel omver
vielen omver
|
rivoltando
rivoltano
rivolti
rivoltavano
rivoltavi
|
omvervallen
(v)
(voorwerpen)
|
inclinare
(v)
(voorwerpen)
|
omvergevallen
valt omver
vallen omver
viel omver
vielen omver
|
inclinando
inclinano
inclini
inclinavano
inclinavi
|
omvervallen
(v)
(voorwerpen)
|
ribaltarsi
(v)
(voorwerpen)
|
omvervallen
(v)
(voorwerpen)
|
capovolgersi
(v)
(voorwerpen)
|
omvervallen
(v)
(voorwerpen)
|
rovesciarsi
(v)
(voorwerpen)
|
omvervallen
(v)
(voorwerpen)
|
capovolgere
(v)
(voorwerpen)
|
omvergevallen
valt omver
vallen omver
viel omver
vielen omver
|
capovolgendo
capovolgi
capovolgono
capovolgevano
capovolgevi
|
omvervallen
(v)
(voorwerpen)
|
rovesciare
(v)
(voorwerpen)
|
omvergevallen
valt omver
vallen omver
viel omver
vielen omver
|
rovesciando
rovesci
rovesciano
rovesciavano
rovesciavi
|
omvervallen
(v)
(voorwerpen)
|
alzare da una parte
(v)
(voorwerpen)
|
omvervallen
(v)
(voorwerpen)
|
ribaltare
(v)
(voorwerpen)
|
omvergevallen
valt omver
vallen omver
viel omver
vielen omver
|
ribaltando
ribaltano
ribalti
ribaltavano
ribaltavi
|