lastigvallen
(v)
(persoon)
|
incomodare
(v)
(persoon)
|
lastiggevallen
valt lastig
vallen lastig
vielen lastig
viel lastig
|
incomodando
incomodano
incomodi
incomodavano
incomodavi
|
lastigvallen
(v)
(persoon)
|
recare disturbo
(v)
(persoon)
|
lastigvallen
(v)
(probleem)
|
annoiare
(v)
(probleem)
|
lastiggevallen
valt lastig
vallen lastig
vielen lastig
viel lastig
|
annoiando
annoi
annoiano
annoiavano
annoiavi
|
lastigvallen
(v)
(persoon)
|
infastidire
(v)
(persoon)
|
lastiggevallen
valt lastig
vallen lastig
vielen lastig
viel lastig
|
infastidendo
infastidisci
infastidiscono
infastidivano
infastidivi
|
lastigvallen
(v)
(persoon)
|
importunare
(v)
(persoon)
|
lastiggevallen
valt lastig
vallen lastig
vielen lastig
viel lastig
|
importunando
importunano
importuni
importunavano
importunavi
|
lastigvallen
(v)
(persoon)
|
seccare
(v)
(persoon)
|
lastiggevallen
valt lastig
vallen lastig
vielen lastig
viel lastig
|
seccando
seccano
secchi
seccavano
seccavi
|
lastigvallen
(v)
(persoon)
|
dare noia a
(v)
(persoon)
|
lastigvallen
(v)
(persoon)
|
scomodare
(v)
(persoon)
|
lastiggevallen
valt lastig
vallen lastig
vielen lastig
viel lastig
|
scomodando
scomodano
scomodi
scomodavano
scomodavi
|