grijpen
(v)
(misdaad)
|
intrappolare
(v)
(misdaad)
|
gegrepen
grijpen
grijpt
grepen
greep
|
intrappolando
intrappolano
intrappoli
intrappolavano
intrappolavi
|
grijpen
(v)
(misdaad)
|
acciuffare
(v)
(misdaad)
|
gegrepen
grijpen
grijpt
grepen
greep
|
acciuffando
acciuffano
acciuffi
acciuffavano
acciuffavi
|
grijpen
(v)
(algemeen)
|
cogliere
(v)
(algemeen)
|
gegrepen
grijpen
grijpt
grepen
greep
|
cogliendo
cogli
colgono
coglievano
coglievi
|
grijpen
(v)
(misdaad)
|
acchiappare
(v)
(misdaad)
|
gegrepen
grijpen
grijpt
grepen
greep
|
acchiappando
acchiappano
acchiappi
acchiappavano
acchiappavi
|
grijpen
(v)
(algemeen)
|
afferrare al volo
(v)
(algemeen)
|
grijpen
(v)
(gelegenheid)
|
prendere
(v)
(gelegenheid)
|
gegrepen
grijpen
grijpt
grepen
greep
|
prendendo
prendi
prendono
prendevano
prendevi
|
grijpen
(v)
(gelegenheid)
|
agguantare
(v)
(gelegenheid)
|
gegrepen
grijpen
grijpt
grepen
greep
|
agguantando
agguantano
agguanti
agguantavano
agguantavi
|
grijpen
(v)
(gelegenheid)
|
afferrare
(v)
(gelegenheid)
|
gegrepen
grijpen
grijpt
grepen
greep
|
afferrando
afferrano
afferri
afferravano
afferravi
|
grijpen
(v)
(gelegenheid)
|
afferrare al volo
(v)
(gelegenheid)
|
grijpen
(v)
(algemeen)
|
prendere
(v)
(algemeen)
|
gegrepen
grijpen
grijpt
grepen
greep
|
prendendo
prendi
prendono
prendevano
prendevi
|
grijpen
(v)
(algemeen)
|
agguantare
(v)
(algemeen)
|
gegrepen
grijpen
grijpt
grepen
greep
|
agguantando
agguantano
agguanti
agguantavano
agguantavi
|
grijpen
(v)
(algemeen)
|
afferrare
(v)
(algemeen)
|
gegrepen
grijpen
grijpt
grepen
greep
|
afferrando
afferrano
afferri
afferravano
afferravi
|
grijpen
(v)
(gelegenheid)
|
cogliere
(v)
(gelegenheid)
|
gegrepen
grijpen
grijpt
grepen
greep
|
cogliendo
cogli
colgono
coglievano
coglievi
|