gezichtspunt (n) (n) (aangelegenheid) | punto di vista (m) (n) (aangelegenheid) |
gezichtspunt (n) (n) (algemeen) | attitudine (f) (n) (algemeen) |
gezichtspunt (n) (n) (aangelegenheid) | messa a fuoco (f) (n) (aangelegenheid) |
gezichtspunt (n) (n) (algemeen) | disposizione (f) (n) (algemeen) |
gezichtspunt (n) (n) (probleem) | modo di affrontare (m) (n) (probleem) |
gezichtspunt (n) (n) (aangelegenheid) | approccio (m) (n) (aangelegenheid) |
gezichtspunt (n) (n) (probleem) | punto di vista (m) (n) (probleem) |
gezichtspunt (n) (n) (aangelegenheid) | impostazione (f) (n) (aangelegenheid) |
gezichtspunt (n) (n) (probleem) | messa a fuoco (f) (n) (probleem) |
gezichtspunt (n) (n) (algemeen) | atteggiamento (m) (n) (algemeen) |
gezichtspunt (n) (n) (algemeen) | sospensione (f) (n) (algemeen) |
gezichtspunt (n) (n) (algemeen) | cessazione (f) (n) (algemeen) |
gezichtspunt (n) (n) (aangelegenheid) | modo di affrontare (m) (n) (aangelegenheid) |
gezichtspunt (n) (n) (probleem) | impostazione (f) (n) (probleem) |
gezichtspunt (n) (n) (probleem) | approccio (m) (n) (probleem) |