erkennen (v) (goedkeuring) | riconoscere (v) (goedkeuring) |
erkennen (v) (toegeven) | ammettere (v) (toegeven) |
erkennen (v) (toegeven) | riconoscere (v) (toegeven) |
erkennen (v) (rechten) | convalidare (v) (rechten) |
erkennen (v) (goedkeuring) | riconoscere il merito di (v) (goedkeuring) |
erkennen (v) (toegeven) | confessare (v) (toegeven) |
erkennen (v) (regering) | riconoscere (v) (regering) |
erkennen (v) (rechten) | legittimare (v) (rechten) |
erkennen dat | riconoscere che |
erkennen dat | ammettere che |