en
es
pt
nl
de
fr
it
sv
pl
cs
lang
db
Equiperen
— Nederlandse Italiaans vertaling
5 vertalingen gevonden
equiperen
(v)
(uitrusten)
equipaggiare
(v)
(uitrusten)
geëquipeerd
equipeert
equiperen
equipeerden
equipeerde
equipaggiando
equipaggi
equipaggiano
equipaggiavano
equipaggiavi
equiperen
(v)
(uitrusten)
fornire
(v)
(uitrusten)
geëquipeerd
equipeert
equiperen
equipeerden
equipeerde
fornendo
fornisci
forniscono
fornivano
fornivi
equiperen
(v)
(uitrusten)
attrezzare
(v)
(uitrusten)
geëquipeerd
equipeert
equiperen
equipeerden
equipeerde
attrezzando
attrezzano
attrezzi
attrezzavano
attrezzavi
equiperen
(v)
(uitrusten)
provvedere
(v)
(uitrusten)
geëquipeerd
equipeert
equiperen
equipeerden
equipeerde
provvedendo
provvedi
provvedono
provvedevano
provvedevi
equiperen
(v)
(uitrusten)
dotare
(v)
(uitrusten)
geëquipeerd
equipeert
equiperen
equipeerden
equipeerde
dotando
dotano
doti
dotavano
dotavi
Vertalen
Equiperen
in andere talen
—
Vertalen equiperen in Engels
—
Vertalen equiperen in Duits
—
Vertalen equiperen in Frans
—
Vertalen equiperen in Spaans
—
Vertalen equiperen in Portugees
—
Vertalen equiperen in Sloveens
—
Vertalen equiperen in Pools
—
Vertalen equiperen in Tsjechisch