differentiëren (v) (verschil) | distinguere (v) (verschil) |
differentiëren (v) (onderscheid) | differenziare (v) (onderscheid) |
differentiëren (v) (verschil) | fare differenza fra (v) (verschil) |
differentiëren (v) (verschil) | differenziare (v) (verschil) |
differentiëren (v) (onderscheid) | fare differenza fra (v) (onderscheid) |
differentiëren (v) (onderscheid) | distinguere (v) (onderscheid) |