afwikkelen
(v)
(probleem)
|
sistemare
(v)
(probleem)
|
afgewikkeld
wikkelt af
wikkelen af
wikkelde af
wikkelden af
|
sistemando
sistemano
sistemi
sistemavano
sistemavi
|
afwikkelen
(v)
(vergadering)
|
finire
(v)
(vergadering)
|
afgewikkeld
wikkelt af
wikkelen af
wikkelde af
wikkelden af
|
finendo
finisci
finiscono
finivano
finivi
|
afwikkelen
(v)
(probleem)
|
risolvere
(v)
(probleem)
|
afgewikkeld
wikkelt af
wikkelen af
wikkelde af
wikkelden af
|
risolvendo
risolvi
risolvono
risolvevano
risolvevi
|
afwikkelen
(v)
(vergadering)
|
chiudere
(v)
(vergadering)
|
afgewikkeld
wikkelt af
wikkelen af
wikkelde af
wikkelden af
|
chiudendo
chiudi
chiudono
chiudevano
chiudevi
|
afwikkelen
(v)
(probleem)
|
mettere a posto
(v)
(probleem)
|
afwikkelen
(v)
(vergadering)
|
concludersi
(v)
(vergadering)
|
afwikkelen
(v)
(vergadering)
|
terminare
(v)
(vergadering)
|
afgewikkeld
wikkelt af
wikkelen af
wikkelde af
wikkelden af
|
terminando
terminano
termini
terminavano
terminavi
|
afwikkelen
(v)
(vergadering)
|
concludere
(v)
(vergadering)
|
afgewikkeld
wikkelt af
wikkelen af
wikkelde af
wikkelden af
|
concludendo
concludi
concludono
concludevano
concludevi
|