achten (v) (algemeen) | ritenere (v) (algemeen) |
achten (v) (mening) | supporre (v) (mening) |
achten (v) (gevoelens) | rispettare (v) (gevoelens) |
achten (v) (mening) | ritenere (v) (mening) |
achten (v) (gevoelens) | stimare (v) (gevoelens) |
achten (v) (mening) | pensare (m) (v) (mening) |
achten (v) (mening) | valutare (v) (mening) |
achten (v) (mening) | giudicare (v) (mening) |
achten (v) (mening) | trovare (v) (mening) |
achten (v) (mening) | credere (v) (mening) |
gepast achten | ritenere opportuno |
gepast achten | ritenere giusto |
het nodig achten | ritenere opportuno |
het nodig achten | ritenere giusto |