aanmoedigen
(v)
(moed)
|
incoraggiare
(v)
(moed)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
incoraggiando
incoraggi
incoraggiano
incoraggiavano
incoraggiavi
|
aanmoedigen
(v)
(goedkeuring)
|
essere favorevole a
(v)
(goedkeuring)
|
aanmoedigen
(v)
(goedkeuring)
|
appoggiare
(v)
(goedkeuring)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
appoggiando
appoggi
appoggiano
appoggiavano
appoggiavi
|
aanmoedigen
(v)
(Werk)
|
stimolare
(v)
(Werk)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
stimolando
stimolano
stimoli
stimolavano
stimolavi
|
aanmoedigen
(v)
(Werk)
|
essere favorevole a
(v)
(Werk)
|
aanmoedigen
(v)
(Werk)
|
incoraggiare
(v)
(Werk)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
incoraggiando
incoraggi
incoraggiano
incoraggiavano
incoraggiavi
|
aanmoedigen
(v)
(Werk)
|
incitare
(v)
(Werk)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
incitando
incitano
inciti
incitavano
incitavi
|
aanmoedigen
(v)
(goedkeuring)
|
incitare
(v)
(goedkeuring)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
incitando
incitano
inciti
incitavano
incitavi
|
aanmoedigen
(v)
(Werk)
|
spronare
(v)
(Werk)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
spronando
spronano
sproni
spronavano
spronavi
|
aanmoedigen
(v)
(Werk)
|
appoggiare
(v)
(Werk)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
appoggiando
appoggi
appoggiano
appoggiavano
appoggiavi
|
aanmoedigen
(v)
(vriendschap)
|
incoraggiare
(v)
(vriendschap)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
incoraggiando
incoraggi
incoraggiano
incoraggiavano
incoraggiavi
|
aanmoedigen
(v)
(goedkeuring)
|
incoraggiare
(v)
(goedkeuring)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
incoraggiando
incoraggi
incoraggiano
incoraggiavano
incoraggiavi
|
aanmoedigen
(v)
(moed)
|
incitare
(v)
(moed)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
incitando
incitano
inciti
incitavano
incitavi
|
aanmoedigen
(v)
(goedkeuring)
|
spronare
(v)
(goedkeuring)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
spronando
spronano
sproni
spronavano
spronavi
|
aanmoedigen
(v)
(moed)
|
appoggiare
(v)
(moed)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
appoggiando
appoggi
appoggiano
appoggiavano
appoggiavi
|
aanmoedigen
(v)
(goedkeuring)
|
stimolare
(v)
(goedkeuring)
|
aangemoedigd
moedigen aan
moedigt aan
moedigden aan
moedigde aan
|
stimolando
stimolano
stimoli
stimolavano
stimolavi
|
aanmoedigen
(v)
(moed)
|
essere favorevole a
(v)
(moed)
|