aandoen
(v)
(kleding)
|
infilarsi
(v)
(kleding)
|
aandoen
(v)
(gevoelens)
|
sgomentare
(v)
(gevoelens)
|
aangedaan
doen aan
doet aan
deed aan
deden aan
|
sgomentando
sgomentano
sgomenti
sgomentavano
sgomentavi
|
aandoen
(v)
(gevoelens)
|
intenerire
(v)
(gevoelens)
|
aangedaan
doen aan
doet aan
deed aan
deden aan
|
intenerendo
intenerisci
inteneriscono
intenerivano
intenerivi
|
aandoen
(v)
(gevoelens)
|
costernare
(v)
(gevoelens)
|
aangedaan
doen aan
doet aan
deed aan
deden aan
|
costernando
costernano
costerni
costernavano
costernavi
|
aandoen
(v)
(gevoelens)
|
sconvolgere
(v)
(gevoelens)
|
aangedaan
doen aan
doet aan
deed aan
deden aan
|
sconvolgendo
sconvolgi
sconvolgono
sconvolgevano
sconvolgevi
|
aandoen
(v)
(gevoelens)
|
scuotere
(v)
(gevoelens)
|
aangedaan
doen aan
doet aan
deed aan
deden aan
|
scotendo
scuoti
scuotono
scotevano
scotevi
|
aandoen
(v)
(gevoelens)
|
commuovere
(v)
(gevoelens)
|
aangedaan
doen aan
doet aan
deed aan
deden aan
|
commovendo
commuovi
commuovono
commovevano
commovevi
|
aandoen
(v)
(gevoelens)
|
scioccare
(v)
(gevoelens)
|
aangedaan
doen aan
doet aan
deed aan
deden aan
|
scioccando
scioccano
sciocchi
scioccavano
scioccavi
|
aandoen
(v)
(Licht)
|
accendere
(v)
(Licht)
|
aangedaan
doen aan
doet aan
deed aan
deden aan
|
accendendo
accendi
accendono
accendevano
accendevi
|
aandoen
(v)
(kleding)
|
infilare
(v)
(kleding)
|
aangedaan
doen aan
doet aan
deed aan
deden aan
|
infilando
infilano
infili
infilavano
infilavi
|
aandoen
(v)
(gevoelens)
|
spaventare
(v)
(gevoelens)
|
aangedaan
doen aan
doet aan
deed aan
deden aan
|
spaventando
spaventano
spaventi
spaventavano
spaventavi
|
aandoen
(v)
(kleding)
|
mettersi
(v)
(kleding)
|
aandoen
(v)
(kleding)
|
indossare
(v)
(kleding)
|
aangedaan
doen aan
doet aan
deed aan
deden aan
|
indossando
indossi
indossano
indossavi
indossavano
|