wenselijkheid (f) (n) (algemeen) | désirabilité (f) (n) (algemeen) |
wenselijkheid (f) (n) (algemeen) | opportunité (f) (n) (algemeen) |
de wenselijkheid aantonen van | être l'indice de |
de wenselijkheid aantonen van | révéler |
de wenselijkheid aantonen van | dénoter |
de wenselijkheid aantonen van | indiquer |