voorleggen
(v)
(voorstel)
|
poser
(v)
(voorstel)
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
aient posé
aies posé
pose
|
voorleggen
(v)
(vraag)
|
soumettre
(v)
(vraag)
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
aient soumis
aies soumis
soumets
|
voorleggen
(v)
(Theorie)
|
soumettre
(v)
(Theorie)
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
aient soumis
aies soumis
soumets
|
voorleggen
(v)
(Theorie)
|
poser
(v)
(Theorie)
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
aient posé
aies posé
pose
|
voorleggen
(v)
(voorstel)
|
présenter
(v)
(voorstel)
|
voorleggen
(v)
(vraag)
|
proposer
(v)
(vraag)
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
aient proposé
aies proposé
propose
|
voorleggen
(v)
(vraag)
|
poser
(v)
(vraag)
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
aient posé
aies posé
pose
|
voorleggen
(v)
(Theorie)
|
proposer
(v)
(Theorie)
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
aient proposé
aies proposé
propose
|
voorleggen
(v)
(voorstel)
|
proposer
(v)
(voorstel)
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
aient proposé
aies proposé
propose
|
voorleggen
(v)
(algemeen)
|
confronter
(v)
(algemeen)
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
aient confronté
aies confronté
confronte
|
voorleggen
(v)
(voorstel)
|
soumettre
(v)
(voorstel)
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
aient soumis
aies soumis
soumets
|