verwringen (v) (waarheid) | dénaturer (v) (waarheid) |
verwringen (v) (waarheid) | déformer (v) (waarheid) |
verwringen (v) (vervormen) | distordre (v) (vervormen) |
verwringen (v) (vervormen) | déformer (v) (vervormen) |
verwringen (v) (gezicht) | contorsionner (v) (gezicht) |
verwringen (v) (gezicht) | tordre (v) (gezicht) |
verwringen (v) (vervormen) | contorsionner (v) (vervormen) |
verwringen (v) (waarheid) | fausser (v) (waarheid) |