verlangen
(n)
(n)
(algemeen)
|
désir ardent
(m)
(n)
(algemeen)
|
verlangen
(n)
(n)
(algemeen)
|
avidité
(f)
(n)
(algemeen)
|
verlangen
(n)
(n)
(algemeen)
|
désir
(m)
(n)
(algemeen)
|
verlangen
(n)
(v)
(noodzakelijkheid)
|
exiger
(v)
(noodzakelijkheid)
|
verlangd
verlangt
verlangen
verlangden
verlangde
|
aient exigé
aies exigé
exige
|
verlangen
(n)
(v)
(noodzakelijkheid)
|
demander
(v)
(noodzakelijkheid)
|
verlangd
verlangt
verlangen
verlangden
verlangde
|
aient demandé
aies demandé
demande
|
verlangen
(n)
(v)
(noodzakelijkheid)
|
requérir
(v)
(noodzakelijkheid)
|
verlangen
(n)
(v)
(algemeen)
|
convoiter
(v)
(algemeen)
|
verlangd
verlangt
verlangen
verlangden
verlangde
|
aient convoité
aies convoité
convoite
|
verlangen
(n)
(v)
(algemeen)
|
désirer
(v)
(algemeen)
|
verlangen
(n)
(v)
(noodzakelijkheid)
|
réclamer
(v)
(noodzakelijkheid)
|
verlangen
(n)
(v)
(algemeen)
|
vouloir
(v)
(algemeen)
|
verlangd
verlangt
verlangen
verlangden
verlangde
|
aient voulu
aies voulu
veuille
|