uitvoeren
(n)
(n)
(Aktie)
|
exécution
(f)
(n)
(Aktie)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(muziek)
|
jouer de
(v)
(muziek)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(contract)
|
accomplir
(v)
(contract)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient accompli
aies accompli
accomplis
|
uitvoeren
(n)
(v)
(bevel)
|
mettre à exécution
(v)
(bevel)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(straf)
|
mettre à exécution
(v)
(straf)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(handel)
|
mettre à exécution
(v)
(handel)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(handel)
|
exécuter
(v)
(handel)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(contract)
|
exécuter
(v)
(contract)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(theater)
|
jouer
(v)
(theater)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient joué
aies joué
joue
|
uitvoeren
(n)
(v)
(bevel)
|
effectuer
(v)
(bevel)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient effectué
aies effectué
effectue
|
uitvoeren
(n)
(v)
(straf)
|
exporter
(v)
(straf)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient exporté
aies exporté
exporte
|
uitvoeren
(n)
(v)
(taak)
|
finir
(v)
(taak)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient fini
aies fini
finis
|
uitvoeren
(n)
(v)
(contract)
|
s'acquitter de
(v)
(contract)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(algemeen)
|
accomplir
(v)
(algemeen)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient accompli
aies accompli
accomplis
|
uitvoeren
(n)
(v)
(contract)
|
effectuer
(v)
(contract)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient effectué
aies effectué
effectue
|
uitvoeren
(n)
(v)
(plan)
|
réaliser
(v)
(plan)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(taak)
|
mettre à exécution
(v)
(taak)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(contract)
|
réaliser
(v)
(contract)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(straf)
|
exécuter
(v)
(straf)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(taak)
|
s'acquitter de
(v)
(taak)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(straf)
|
accomplir
(v)
(straf)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient accompli
aies accompli
accomplis
|
uitvoeren
(n)
(v)
(handel)
|
effectuer
(v)
(handel)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient effectué
aies effectué
effectue
|
uitvoeren
(n)
(v)
(taak)
|
exporter
(v)
(taak)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient exporté
aies exporté
exporte
|
uitvoeren
(n)
(v)
(taak)
|
réaliser
(v)
(taak)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(bevel)
|
exécuter
(v)
(bevel)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(muziek)
|
jouer
(v)
(muziek)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient joué
aies joué
joue
|
uitvoeren
(n)
(v)
(muziek)
|
interpréter
(v)
(muziek)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(taak)
|
accomplir
(v)
(taak)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient accompli
aies accompli
accomplis
|
uitvoeren
(n)
(v)
(straf)
|
effectuer
(v)
(straf)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient effectué
aies effectué
effectue
|
uitvoeren
(n)
(v)
(theater)
|
monter
(v)
(theater)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient monté
aies monté
monte
|
uitvoeren
(n)
(v)
(taak)
|
exécuter
(v)
(taak)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(handel)
|
accomplir
(v)
(handel)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient accompli
aies accompli
accomplis
|
uitvoeren
(n)
(v)
(taak)
|
terminer
(v)
(taak)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient terminé
aies terminé
termine
|
uitvoeren
(n)
(v)
(bevel)
|
exporter
(v)
(bevel)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient exporté
aies exporté
exporte
|
uitvoeren
(n)
(v)
(taak)
|
achever
(v)
(taak)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient achevé
aies achevé
achève
|
uitvoeren
(n)
(v)
(algemeen)
|
exécuter
(v)
(algemeen)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(theater)
|
mettre en scène
(v)
(theater)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(algemeen)
|
effectuer
(v)
(algemeen)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient effectué
aies effectué
effectue
|
uitvoeren
(n)
(v)
(bevel)
|
accomplir
(v)
(bevel)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient accompli
aies accompli
accomplis
|
uitvoeren
(n)
(v)
(taak)
|
effectuer
(v)
(taak)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient effectué
aies effectué
effectue
|
uitvoeren
(n)
(v)
(handel)
|
exporter
(v)
(handel)
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
aient exporté
aies exporté
exporte
|
uitvoeren
(n)
(v)
(theater)
|
représenter
(v)
(theater)
|