uitstralen
(v)
(hitte)
|
rayonner
(v)
(hitte)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient rayonné
aies rayonné
rayonne
|
uitstralen
(v)
(persoon)
|
émettre
(v)
(persoon)
|
uitstralen
(v)
(Licht)
|
dégager
(v)
(Licht)
|
uitstralen
(v)
(Licht)
|
être radieux
(v)
(Licht)
|
uitstralen
(v)
(persoon)
|
rayonner
(v)
(persoon)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient rayonné
aies rayonné
rayonne
|
uitstralen
(v)
(fysica)
|
respirer
(v)
(fysica)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient respiré
aies respiré
respire
|
uitstralen
(v)
(hitte)
|
exprimer
(v)
(hitte)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient exprimé
aies exprimé
exprime
|
uitstralen
(v)
(hitte)
|
émaner
(v)
(hitte)
|
uitstralen
(v)
(Licht)
|
rayonner
(v)
(Licht)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient rayonné
aies rayonné
rayonne
|
uitstralen
(v)
(hitte)
|
respirer
(v)
(hitte)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient respiré
aies respiré
respire
|
uitstralen
(v)
(fysica)
|
dégager
(v)
(fysica)
|
uitstralen
(v)
(Licht)
|
être rayonnant
(v)
(Licht)
|
uitstralen
(v)
(fysica)
|
émettre
(v)
(fysica)
|
uitstralen
(v)
(fysica)
|
émaner
(v)
(fysica)
|
uitstralen
(v)
(persoon)
|
exprimer
(v)
(persoon)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient exprimé
aies exprimé
exprime
|
uitstralen
(v)
(fysica)
|
rayonner
(v)
(fysica)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient rayonné
aies rayonné
rayonne
|
uitstralen
(v)
(Licht)
|
respirer
(v)
(Licht)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient respiré
aies respiré
respire
|
uitstralen
(v)
(persoon)
|
dégager
(v)
(persoon)
|
uitstralen
(v)
(Licht)
|
éclairer
(v)
(Licht)
|
uitstralen
(v)
(Licht)
|
émettre
(v)
(Licht)
|
uitstralen
(v)
(persoon)
|
émaner
(v)
(persoon)
|
uitstralen
(v)
(fysica)
|
exprimer
(v)
(fysica)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient exprimé
aies exprimé
exprime
|
uitstralen
(v)
(hitte)
|
dégager
(v)
(hitte)
|
uitstralen
(v)
(hitte)
|
émettre
(v)
(hitte)
|
uitstralen
(v)
(persoon)
|
respirer
(v)
(persoon)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient respiré
aies respiré
respire
|
uitstralen
(v)
(Licht)
|
exprimer
(v)
(Licht)
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
aient exprimé
aies exprimé
exprime
|
uitstralen
(v)
(Licht)
|
émaner
(v)
(Licht)
|