uitsluiten (v) (algemeen) | expulser (v) (algemeen) |
uitsluiten (v) (persoon) | exclure (v) (persoon) |
uitsluiten (v) (mogelijkheid) | exclure (v) (mogelijkheid) |
uitsluiten (v) (persoon) | laisser à l'écart (v) (persoon) |
uitsluiten (v) (persoon) | expulser (v) (persoon) |
uitsluiten (v) (algemeen) | faire une exception pour (v) (algemeen) |
uitsluiten (v) (persoon) | frapper d'ostracisme (v) (persoon) |
uitsluiten (v) (algemeen) | frapper d'ostracisme (v) (algemeen) |
uitsluiten (v) (algemeen) | disqualifier (v) (algemeen) |
uitsluiten (v) (mogelijkheid) | éliminer (v) (mogelijkheid) |
uitsluiten (v) (algemeen) | exclure (v) (algemeen) |
uitsluiten (v) (algemeen) | excepter (v) (algemeen) |
uitsluiten (v) (algemeen) | laisser à l'écart (v) (algemeen) |
uitsluiten (v) (groep) | frapper d'ostracisme (v) (groep) |
uitsluiten (v) (groep) | rejeter (v) (groep) |
uitsluiten (v) (mogelijkheid) | écarter (v) (mogelijkheid) |
uitsluiten (v) (groep) | exclure (v) (groep) |
uitsluiten (v) (persoon) | rejeter (v) (persoon) |
uitsluiten (v) (groep) | laisser à l'écart (v) (groep) |
uitsluiten (v) (groep) | expulser (v) (groep) |
uitsluiten (v) (algemeen) | rejeter (v) (algemeen) |