uitbranden (n) (n) (geneeskunde) | cautérisation (f) (n) (geneeskunde) |
uitbranden (n) (v) (geneeskunde) | brûler (v) (geneeskunde) |
uitbranden (n) (v) (geneeskunde) | cautériser (v) (geneeskunde) |
uitbranden (n) (v) (algemeen) | s'éteindre (v) (algemeen) |