Trouw — Nederlandse Frans vertaling24 vertalingen gevonden

trouw (m) (n) (loyaliteit) fidélité (f) (n) (loyaliteit)
trouw (m) (n) (relatie) allégeance (f) (n) (relatie)
trouw (m) (n) (relatie) fidélité (f) (n) (relatie)
trouw (m) (n) (algemeen) loyauté (f) (n) (algemeen)
trouw (m) (n) (loyaliteit) loyauté (f) (n) (loyaliteit)
trouw (m) (n) (algemeen) fidélité (f) (n) (algemeen)
trouw (m) (n) (loyaliteit) allégeance (f) (n) (loyaliteit)
trouw (m) (n) (relatie) loyauté (f) (n) (relatie)
trouw (m) (n) (algemeen) allégeance (f) (n) (algemeen)
trouw (m) (a) (emotioneel gedrag) consacré (a) (emotioneel gedrag)
trouw (m) (a) (toegewijd) attaché (m) (a) (toegewijd)
trouw (m) (a) (toegewijd) fidèle (a) (toegewijd)
trouw (m) (a) (vriendschap) véritable (a) (vriendschap)
trouw (m) (a) (toegewijd) vrai (m) (a) (toegewijd)
trouw (m) (a) (toegewijd) véritable (a) (toegewijd)
trouw (m) (a) (toegewijd) loyal (a) (toegewijd)
trouw (m) (a) (vriendschap) fidèle (a) (vriendschap)
trouw (m) (a) (emotioneel gedrag) dévoué (a) (emotioneel gedrag)
trouw (m) (a) (vriendschap) vrai (m) (a) (vriendschap)
trouw (m) (a) (vriendschap) loyal (a) (vriendschap)
trouw (m) (a) (toegewijd) dévoué (a) (toegewijd)
trouw (m) (a) (vriendschap) dévoué (a) (vriendschap)
trouw (m) (a) (vriendschap) attaché (m) (a) (vriendschap)
trouw (m) (o) (algemeen) fidèlement (o) (algemeen)
Trouw Voorbeelden12 voorbeelden gevonden
te goeder trouw de bonne foi
te goeder trouw sérieux
trouw blijven ne pas abandonner
trouw blijven ne pas quitter
trouw blijven ne pas laisser
trouw blijven rester aux côtés de
trouw blijven rester fidèle à
trouw blijven aan maintenir
trouw blijven aan ne pas démordre de
trouw blijven aan se cramponner à
trouw blijven aan rester fidèle à
trouw blijven aan zijn principes rester fidèle à ses principes
Vertalen Trouw in andere talen
Vertalen trouw in Engels
Vertalen trouw in Duits
Vertalen trouw in Italiaans
Vertalen trouw in Spaans
Vertalen trouw in Portugees
Vertalen trouw in Sloveens
Vertalen trouw in Pools
Vertalen trouw in Tsjechisch