Totaal — Nederlandse Frans vertaling176 vertalingen gevonden

totaal (n) (n) (wiskunde) total (m) (n) (wiskunde)
totaal (n) (n) (wiskunde) montant total (m) (n) (wiskunde)
totaal (n) (n) (wiskunde) totalité (f) (n) (wiskunde)
totaal (n) (n) (Geld) chiffre (m) (n) (Geld)
totaal (n) (n) (Geld) somme (f) (n) (Geld)
totaal (n) (n) (Geld) addition (f) (n) (Geld)
totaal (n) (n) (Geld) totalité (f) (n) (Geld)
totaal (n) (n) (wiskunde) addition (f) (n) (wiskunde)
totaal (n) (n) (Geld) total (m) (n) (Geld)
totaal (n) (n) (wiskunde) montant (m) (n) (wiskunde)
totaal (n) (n) (Geld) prix (m) (n) (Geld)
totaal (n) (n) (wiskunde) somme totale (f) (n) (wiskunde)
totaal (n) (n) (Geld) montant total (m) (n) (Geld)
totaal (n) (n) (Geld) somme totale (f) (n) (Geld)
totaal (n) (n) (Geld) montant (m) (n) (Geld)
totaal (n) (n) (wiskunde) somme (f) (n) (wiskunde)
totaal (n) (a) (volledig) totalement (a) (volledig)
totaal (n) (a) (algemeen) tout à fait (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (algemeen) minutieusement (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) entier (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (verandering) entièrement (a) (verandering)
totaal (n) (a) (algemeen) parfait (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (algemeen) pleinement (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (verandering) complètement (a) (verandering)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) intégralement (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (verandering) général (m) (a) (verandering)
totaal (n) (a) (graad) absolu (m) (a) (graad)
totaal (n) (a) (algemeen) entier (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (absoluut) complet (m) (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (graad) à fond (a) (graad)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) absolu (m) (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (graad) dans le détail (a) (graad)
totaal (n) (a) (algemeen) complètement (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (graad) complètement (a) (graad)
totaal (n) (a) (verandering) pleinement (a) (verandering)
totaal (n) (a) (verandering) tout (m) (a) (verandering)
totaal (n) (a) (algemeen) profondément (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (absoluut) absolu (m) (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (verandering) collectif (a) (verandering)
totaal (n) (a) (verandering) intégralement (a) (verandering)
totaal (n) (a) (volledig) global (a) (volledig)
totaal (n) (a) (algemeen) dans le détail (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (verandering) entier (a) (verandering)
totaal (n) (a) (graad) complet (m) (a) (graad)
totaal (n) (a) (verandering) global (a) (verandering)
totaal (n) (a) (volledig) absolu (m) (a) (volledig)
totaal (n) (a) (graad) minutieusement (a) (graad)
totaal (n) (a) (graad) tout (m) (a) (graad)
totaal (n) (a) (volledig) parfait (a) (volledig)
totaal (n) (a) (volledig) en entier (a) (volledig)
totaal (n) (a) (graad) totalement (a) (graad)
totaal (n) (a) (graad) total (m) (a) (graad)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) pleinement (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (algemeen) absolu (m) (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (verandering) parfait (a) (verandering)
totaal (n) (a) (absoluut) à fond (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (graad) intégralement (a) (graad)
totaal (n) (a) (volledig) à fond (a) (volledig)
totaal (n) (a) (graad) général (m) (a) (graad)
totaal (n) (a) (algemeen) totalement (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (volledig) général (m) (a) (volledig)
totaal (n) (a) (absoluut) dans le détail (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (volledig) intégralement (a) (volledig)
totaal (n) (a) (algemeen) total (m) (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (algemeen) intégral (m) (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (volledig) entier (a) (volledig)
totaal (n) (a) (volledig) entièrement (a) (volledig)
totaal (n) (a) (graad) collectif (a) (graad)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) entièrement (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (graad) pleinement (a) (graad)
totaal (n) (a) (graad) en profondeur (a) (graad)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) tout à fait (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (volledig) minutieusement (a) (volledig)
totaal (n) (a) (absoluut) fini (m) (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (graad) parfait (a) (graad)
totaal (n) (a) (volledig) collectif (a) (volledig)
totaal (n) (a) (algemeen) complet (m) (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) en entier (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) totalement (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (graad) intégral (m) (a) (graad)
totaal (n) (a) (volledig) dans le détail (a) (volledig)
totaal (n) (a) (verandering) tout à fait (a) (verandering)
totaal (n) (a) (volledig) complet (m) (a) (volledig)
totaal (n) (a) (graad) global (a) (graad)
totaal (n) (a) (volledig) intégral (m) (a) (volledig)
totaal (n) (a) (graad) fini (m) (a) (graad)
totaal (n) (a) (graad) en entier (a) (graad)
totaal (n) (a) (absoluut) tout à fait (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (algemeen) à fond (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (absoluut) entier (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (absoluut) minutieusement (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (absoluut) total (m) (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (verandering) à fond (a) (verandering)
totaal (n) (a) (volledig) tout à fait (a) (volledig)
totaal (n) (a) (volledig) profondément (a) (volledig)
totaal (n) (a) (verandering) en entier (a) (verandering)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) général (m) (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (verandering) intégral (m) (a) (verandering)
totaal (n) (a) (absoluut) entièrement (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (verandering) absolu (m) (a) (verandering)
totaal (n) (a) (absoluut) profondément (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (volledig) pleinement (a) (volledig)
totaal (n) (a) (algemeen) entièrement (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (verandering) fini (m) (a) (verandering)
totaal (n) (a) (algemeen) intégralement (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (verandering) minutieusement (a) (verandering)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) collectif (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) complètement (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) complet (m) (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (verandering) totalement (a) (verandering)
totaal (n) (a) (absoluut) parfait (a) (absoluut)
totaal (n) (a) (verandering) complet (m) (a) (verandering)
totaal (n) (a) (graad) entièrement (a) (graad)
totaal (n) (a) (graad) d'ensemble (a) (graad)
totaal (n) (a) (algemeen) tout (m) (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (graad) entier (a) (graad)
totaal (n) (a) (volledig) total (m) (a) (volledig)
totaal (n) (a) (volledig) complètement (a) (volledig)
totaal (n) (a) (graad) tout à fait (a) (graad)
totaal (n) (a) (verandering) profondément (a) (verandering)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) global (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (algemeen) général (m) (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) total (m) (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (verandering) total (m) (a) (verandering)
totaal (n) (a) (algemeen) fini (m) (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (algemeen) en entier (a) (algemeen)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) intégral (m) (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (verandering) dans le détail (a) (verandering)
totaal (n) (a) (hoeveelheid) tout (m) (a) (hoeveelheid)
totaal (n) (a) (volledig) fini (m) (a) (volledig)
totaal (n) (a) (graad) profondément (a) (graad)
totaal (n) (a) (volledig) tout (m) (a) (volledig)
totaal (n) (a) (graad) compréhensif (a) (graad)
totaal (n) (o) (graad) en entier (o) (graad)
totaal (n) (o) (volledig) totalement (o) (volledig)
totaal (n) (o) (absoluut) parfaitement (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (graad) profondément (o) (graad)
totaal (n) (o) (graad) entier (o) (graad)
totaal (n) (o) (volledig) complètement (o) (volledig)
totaal (n) (o) (volledig) entier (o) (volledig)
totaal (n) (o) (volledig) entièrement (o) (volledig)
totaal (n) (o) (absoluut) complet (m) (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (volledig) absolu (m) (o) (volledig)
totaal (n) (o) (absoluut) complètement (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (graad) totalement (o) (graad)
totaal (n) (o) (graad) complet (m) (o) (graad)
totaal (n) (o) (absoluut) absolument (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (graad) entièrement (o) (graad)
totaal (n) (o) (graad) à fond (o) (graad)
totaal (n) (o) (volledig) total (m) (o) (volledig)
totaal (n) (o) (graad) tout à fait (o) (graad)
totaal (n) (o) (volledig) pleinement (o) (volledig)
totaal (n) (o) (absoluut) entièrement (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (absoluut) intégralement (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (graad) total (m) (o) (graad)
totaal (n) (o) (volledig) en entier (o) (volledig)
totaal (n) (o) (volledig) intégralement (o) (volledig)
totaal (n) (o) (volledig) complet (m) (o) (volledig)
totaal (n) (o) (absoluut) minutieusement (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (absoluut) en entier (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (graad) complètement (o) (graad)
totaal (n) (o) (volledig) tout à fait (o) (volledig)
totaal (n) (o) (absoluut) profondément (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (graad) parfaitement (o) (graad)
totaal (n) (o) (absoluut) pleinement (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (absoluut) totalement (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (graad) absolument (o) (graad)
totaal (n) (o) (graad) intégralement (o) (graad)
totaal (n) (o) (graad) absolu (m) (o) (graad)
totaal (n) (o) (absoluut) total (m) (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (absoluut) tout à fait (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (graad) minutieusement (o) (graad)
totaal (n) (o) (graad) dans le détail (o) (graad)
totaal (n) (o) (absoluut) à fond (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (absoluut) dans le détail (o) (absoluut)
totaal (n) (o) (graad) pleinement (o) (graad)
Totaal Voorbeelden12 voorbeelden gevonden
iemand totaal negeren ignorer totalement quelqu'un
iemand totaal negeren traiter quelqu'un comme s'il n'était pas là
onmiddelijk het totaal bedrag voor iets betalen payer quelque chose comptant
onmiddelijk het totaal bedrag voor iets betalen acheter quelque chose comptant
totaal genegeerd worden door iemand être totalement ignoré par quelqu'un
totaal genegeerd worden door iemand être traité par quelqu'un comme si vous n'étiez pas là
totaal uit de lucht gegrepen dénué de tout fondement
totaal verdwenen définitivement perdu
totaal verdwenen irrévocablement perdu
totaal verdwenen perdu pour toujours
totaal vergeten worden être complètement oublié
totaal vergeten worden tomber dans l'oubli
Vertalen Totaal in andere talen
Vertalen totaal in Engels
Vertalen totaal in Duits
Vertalen totaal in Italiaans
Vertalen totaal in Spaans
Vertalen totaal in Portugees
Vertalen totaal in Sloveens
Vertalen totaal in Pools
Vertalen totaal in Tsjechisch