terugvinden
(n)
(n)
(koopwaar)
|
récupération
(f)
(n)
(koopwaar)
|
terugvinden
(n)
(n)
(koopwaar)
|
recouvrement
(m)
(n)
(koopwaar)
|
terugvinden
(n)
(v)
(gegevensverwerking)
|
rappeler
(v)
(gegevensverwerking)
|
teruggevonden
vindt terug
vinden terug
vonden terug
vond terug
|
aient rappelé
aies rappelé
rappelle
|
terugvinden
(n)
(v)
(elkaar treffen)
|
rejoindre
(v)
(elkaar treffen)
|
teruggevonden
vindt terug
vinden terug
vonden terug
vond terug
|
aient rejoint
aies rejoint
rejoins
|
terugvinden
(n)
(v)
(gegevensverwerking)
|
rechercher et extraire
(v)
(gegevensverwerking)
|
terugvinden
(n)
(v)
(gegevensverwerking)
|
rapatrier
(v)
(gegevensverwerking)
|
teruggevonden
vindt terug
vinden terug
vonden terug
vond terug
|
aient rapatrié
aies rapatrié
rapatrie
|
terugvinden
(n)
(v)
(gegevensverwerking)
|
interroger
(v)
(gegevensverwerking)
|
teruggevonden
vindt terug
vinden terug
vonden terug
vond terug
|
aient interrogé
aies interrogé
interroge
|
terugvinden
(n)
(v)
(gegevensverwerking)
|
retrouver
(v)
(gegevensverwerking)
|
teruggevonden
vindt terug
vinden terug
vonden terug
vond terug
|
aient retrouvé
aies retrouvé
retrouve
|
terugvinden
(n)
(v)
(elkaar treffen)
|
retrouver
(v)
(elkaar treffen)
|
teruggevonden
vindt terug
vinden terug
vonden terug
vond terug
|
aient retrouvé
aies retrouvé
retrouve
|
terugvinden
(n)
(v)
(gegevensverwerking)
|
récupérer
(v)
(gegevensverwerking)
|