terugtrekken (v) (algemeen) | ôter (v) (algemeen) |
terugtrekken (v) (algemeen) | retirer (v) (algemeen) |
terugtrekken (v) (hand) | tirer en arrière (v) (hand) |
terugtrekken (v) (produkt) | enlever (v) (produkt) |
terugtrekken (v) (algemeen) | enlever (v) (algemeen) |
terugtrekken (v) (produkt) | tirer en arrière (v) (produkt) |
terugtrekken (v) (hand) | retirer (v) (hand) |
terugtrekken (v) (hand) | ôter (v) (hand) |
terugtrekken (v) (hand) | décrocher (v) (hand) |
terugtrekken (v) (woorden) | revenir sur (v) (woorden) |
terugtrekken (v) (produkt) | retirer (v) (produkt) |
terugtrekken (v) (woorden) | rétracter (v) (woorden) |
terugtrekken (v) (produkt) | ôter (v) (produkt) |
terugtrekken (v) (algemeen) | décrocher (v) (algemeen) |
terugtrekken (v) (algemeen) | tirer en arrière (v) (algemeen) |
terugtrekken (v) (hand) | enlever (v) (hand) |
terugtrekken (v) (produkt) | décrocher (v) (produkt) |