sprekend (a) (voorbeeld) | insigne (m) (a) (voorbeeld) |
sprekend (a) (verschil) | impressionnant (a) (verschil) |
sprekend (a) (voorbeeld) | resplendissant (a) (voorbeeld) |
sprekend (a) (verschil) | saisissant (a) (verschil) |
sprekend (a) (voorbeeld) | excellent (a) (voorbeeld) |
sprekend (a) (voorbeeld) | brillant (m) (a) (voorbeeld) |
sprekend (a) (verschil) | frappant (a) (verschil) |
sprekend (a) (voorbeeld) | frappant (a) (voorbeeld) |
sprekend (a) (voorbeeld) | parlant (a) (voorbeeld) |
sprekend gelijken op | être tout le portrait de |
sprekend gelijken op | être le portrait vivant de |
voor zichzelf sprekend | qui s'explique de soi-même |