schoonheid (f) (n) (bekoorlijkheid) | beauté (f) (n) (bekoorlijkheid) |
schoonheid (f) (n) (aantrekkelijkheid) | charme (m) (n) (aantrekkelijkheid) |
schoonheid (f) (n) (aantrekkelijkheid) | beauté (f) (n) (aantrekkelijkheid) |
schoonheid (f) (n) (vrouw) | Magnificence (f) (n) (vrouw) |
schoonheid (f) (n) (aantrekkelijkheid) | attrait (m) (n) (aantrekkelijkheid) |
schoonheid (f) (n) (bekoorlijkheid) | grâce (f) (n) (bekoorlijkheid) |
schoonheid (f) (n) (bekoorlijkheid) | Magnificence (f) (n) (bekoorlijkheid) |
schoonheid (f) (n) (vrouw) | beauté (f) (n) (vrouw) |
schoonheid (f) (n) (vrouw) | grâce (f) (n) (vrouw) |