schoon (a) (schoonmaken) | vierge (f) (a) (schoonmaken) |
schoon (a) (algemeen) | propre (a) (algemeen) |
schoon (a) (algemeen) | vierge (f) (a) (algemeen) |
schoon (a) (algemeen) | pur (a) (algemeen) |
schoon (a) (schoonmaken) | propre (a) (schoonmaken) |
schoon (a) (strafblad) | vierge (f) (a) (strafblad) |
schoon (a) (strafblad) | propre (a) (strafblad) |