overbelasten
(v)
(beladen)
|
encombrer
(v)
(beladen)
|
overbelast
overbelast
overbelasten
overbelastte
overbelastten
|
aient encombré
aies encombré
encombre
|
overbelasten
(v)
(beladen)
|
surcharger
(v)
(beladen)
|
overbelast
overbelast
overbelasten
overbelastte
overbelastten
|
aient surchargé
aies surchargé
surcharge
|
overbelasten
(v)
(beladen)
|
charger
(v)
(beladen)
|
overbelast
overbelast
overbelasten
overbelastte
overbelastten
|
aient chargé
aies chargé
charge
|
overbelasten
(v)
(Gewicht)
|
surcharger
(v)
(Gewicht)
|
overbelast
overbelast
overbelasten
overbelastte
overbelastten
|
aient surchargé
aies surchargé
surcharge
|
overbelasten
(v)
(geneeskunde)
|
froisser
(v)
(geneeskunde)
|
overbelast
overbelast
overbelasten
overbelastte
overbelastten
|
aient froissé
aies froissé
froisse
|
overbelasten
(v)
(Gewicht)
|
charger
(v)
(Gewicht)
|
overbelast
overbelast
overbelasten
overbelastte
overbelastten
|
aient chargé
aies chargé
charge
|
overbelasten
(v)
(geneeskunde)
|
fouler
(v)
(geneeskunde)
|
overbelast
overbelast
overbelasten
overbelastte
overbelastten
|
aient foulé
aies foulé
foule
|
overbelasten
(v)
(Gewicht)
|
encombrer
(v)
(Gewicht)
|
overbelast
overbelast
overbelasten
overbelastte
overbelastten
|
aient encombré
aies encombré
encombre
|
overbelasten
(v)
(persoon)
|
surcharger
(v)
(persoon)
|
overbelast
overbelast
overbelasten
overbelastte
overbelastten
|
aient surchargé
aies surchargé
surcharge
|