Oprecht — Nederlandse Frans vertaling67 vertalingen gevonden

oprecht (a) (gedrag) candide (a) (gedrag)
oprecht (a) (persoon) franc (m) (a) (persoon)
oprecht (a) (persoon) ouvert (a) (persoon)
oprecht (a) (gedrag) sincère (a) (gedrag)
oprecht (a) (gedrag) loyal (a) (gedrag)
oprecht (a) (zorg) candide (a) (zorg)
oprecht (a) (persoon) sincère (a) (persoon)
oprecht (a) (persoon) véridique (a) (persoon)
oprecht (a) (gedrag) impartial (a) (gedrag)
oprecht (a) (gedrag) franchement (a) (gedrag)
oprecht (a) (zorg) sincèrement (a) (zorg)
oprecht (a) (persoon) équitable (a) (persoon)
oprecht (a) (gedrag) franc (m) (a) (gedrag)
oprecht (a) (persoon) direct (a) (persoon)
oprecht (a) (gedrag) ouvert (a) (gedrag)
oprecht (a) (gedrag) désinvolte (a) (gedrag)
oprecht (a) (zorg) sincère (a) (zorg)
oprecht (a) (gevoelens) qui vient du c ur (a) (gevoelens)
oprecht (a) (persoon) honnête (a) (persoon)
oprecht (a) (gedrag) pur (a) (gedrag)
oprecht (a) (gedrag) honnête (a) (gedrag)
oprecht (a) (gedrag) sincèrement (a) (gedrag)
oprecht (a) (gedrag) équitable (a) (gedrag)
oprecht (a) (zorg) franc (m) (a) (zorg)
oprecht (a) (gedrag) direct (a) (gedrag)
oprecht (a) (gedrag) véridique (a) (gedrag)
oprecht (a) (persoon) loyal (a) (persoon)
oprecht (a) (persoon) impartial (a) (persoon)
oprecht (a) (persoon) candide (a) (persoon)
oprecht (a) (zorg) ouvert (a) (zorg)
oprecht (a) (zorg) direct (a) (zorg)
oprecht (a) (zorg) droit (m) (a) (zorg)
oprecht (a) (gedrag) aisé (a) (gedrag)
oprecht (a) (gedrag) droit (m) (a) (gedrag)
oprecht (a) (gedrag) ouvertement (a) (gedrag)
oprecht (a) (gedrag) dégagé (a) (gedrag)
oprecht (a) (persoon) droit (m) (a) (persoon)
oprecht (o) (gedrag) loyal (o) (gedrag)
oprecht (o) (gedrag) ouvert (o) (gedrag)
oprecht (o) (gedrag) sincèrement (o) (gedrag)
oprecht (o) (waarlijk) impartial (o) (waarlijk)
oprecht (o) (zorg) sincère (o) (zorg)
oprecht (o) (gedrag) direct (o) (gedrag)
oprecht (o) (waarlijk) loyal (o) (waarlijk)
oprecht (o) (gedrag) sincère (o) (gedrag)
oprecht (o) (waarlijk) équitable (o) (waarlijk)
oprecht (o) (gedrag) honnête (o) (gedrag)
oprecht (o) (waarlijk) vraiment (o) (waarlijk)
oprecht (o) (gedrag) impartial (o) (gedrag)
oprecht (o) (gedrag) pur (o) (gedrag)
oprecht (o) (waarlijk) ouvert (o) (waarlijk)
oprecht (o) (waarlijk) franc (m) (o) (waarlijk)
oprecht (o) (waarlijk) sincère (o) (waarlijk)
oprecht (o) (gedrag) vraiment (o) (gedrag)
oprecht (o) (waarlijk) honnête (o) (waarlijk)
oprecht (o) (gedrag) ouvertement (o) (gedrag)
oprecht (o) (gedrag) franchement (o) (gedrag)
oprecht (o) (waarlijk) pur (o) (waarlijk)
oprecht (o) (gedrag) franc (m) (o) (gedrag)
oprecht (o) (zorg) sincèrement (o) (zorg)
oprecht (o) (gedrag) droit (m) (o) (gedrag)
oprecht (o) (waarlijk) sincèrement (o) (waarlijk)
oprecht (o) (waarlijk) franchement (o) (waarlijk)
oprecht (o) (waarlijk) direct (o) (waarlijk)
oprecht (o) (waarlijk) droit (m) (o) (waarlijk)
oprecht (o) (belofte) formellement (o) (belofte)
oprecht (o) (gedrag) équitable (o) (gedrag)
Vertalen Oprecht in andere talen
Vertalen oprecht in Engels
Vertalen oprecht in Duits
Vertalen oprecht in Italiaans
Vertalen oprecht in Spaans
Vertalen oprecht in Portugees
Vertalen oprecht in Sloveens
Vertalen oprecht in Pools
Vertalen oprecht in Tsjechisch