ontsporen (v) (spoorwegen) | faire dérailler (v) (spoorwegen) |
ontsporen (v) (spoorwegen) | dérailler (v) (spoorwegen) |
ontsporen (v) (spoorwegen) | sortir des rails (v) (spoorwegen) |
doen ontsporen | sortir des rails |
doen ontsporen | dérailler |
doen ontsporen | faire dérailler |