ontheffen (v) (vrijstellen) | exempter (v) (vrijstellen) |
ontheffen (v) (vrijstellen) | excuser (v) (vrijstellen) |
ontheffen (v) (taak) | exonérer (v) (taak) |
ontheffen (v) (taak) | dispenser (v) (taak) |
ontheffen van | libérer de |
ontheffen van | décharger de |
ontheffen van | dégager de |