onmiskenbaar (a) (overtuiging) | nettement (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | apparent (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (evident) | clairement (a) (evident) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | très clair (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (zekerheid) | incontesté (a) (zekerheid) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | clair (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (duidelijk) | évident (a) (duidelijk) |
onmiskenbaar (a) (duidelijk) | incontesté (a) (duidelijk) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | manifeste (m) (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (duidelijk) | sûr (a) (duidelijk) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | indéniable (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (duidelijk) | apparent (a) (duidelijk) |
onmiskenbaar (a) (duidelijk) | clairement (a) (duidelijk) |
onmiskenbaar (a) (duidelijk) | très clair (a) (duidelijk) |
onmiskenbaar (a) (evident) | indéniable (a) (evident) |
onmiskenbaar (a) (duidelijk) | distinct (a) (duidelijk) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | incontesté (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (zekerheid) | Net (a) (zekerheid) |
onmiskenbaar (a) (evident) | apparent (a) (evident) |
onmiskenbaar (a) (duidelijk) | manifeste (m) (a) (duidelijk) |
onmiskenbaar (a) (duidelijk) | clair (a) (duidelijk) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | sans équivoque (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (evident) | évident (a) (evident) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | clairement (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (duidelijk) | nettement (a) (duidelijk) |
onmiskenbaar (a) (zekerheid) | clair (a) (zekerheid) |
onmiskenbaar (a) (zekerheid) | indéniable (a) (zekerheid) |
onmiskenbaar (a) (evident) | sûr (a) (evident) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | distinct (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | Net (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (evident) | incontesté (a) (evident) |
onmiskenbaar (a) (evident) | très clair (a) (evident) |
onmiskenbaar (a) (evident) | clair (a) (evident) |
onmiskenbaar (a) (zekerheid) | sans équivoque (a) (zekerheid) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | évident (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (evident) | distinct (a) (evident) |
onmiskenbaar (a) (evident) | nettement (a) (evident) |
onmiskenbaar (a) (evident) | manifeste (m) (a) (evident) |
onmiskenbaar (a) (overtuiging) | sûr (a) (overtuiging) |
onmiskenbaar (a) (duidelijk) | indéniable (a) (duidelijk) |
onmiskenbaar (o) (zekerheid) | incontestablement (o) (zekerheid) |
onmiskenbaar (o) (zekerheid) | sans doute (o) (zekerheid) |
onmiskenbaar (o) (waarheid) | sans aucun doute (o) (waarheid) |
onmiskenbaar (o) (waarheid) | indiscutablement (o) (waarheid) |
onmiskenbaar (o) (zekerheid) | sans aucun doute (o) (zekerheid) |
onmiskenbaar (o) (zekerheid) | sans conteste (o) (zekerheid) |
onmiskenbaar (o) (zekerheid) | clairement (o) (zekerheid) |
onmiskenbaar (o) (waarheid) | sans doute (o) (waarheid) |
onmiskenbaar (o) (zekerheid) | visiblement (o) (zekerheid) |
onmiskenbaar (o) (zekerheid) | manifestement (o) (zekerheid) |
onmiskenbaar (o) (zekerheid) | indubitablement (o) (zekerheid) |
onmiskenbaar (o) (zekerheid) | indiscutablement (o) (zekerheid) |
onmiskenbaar (o) (waarheid) | sans conteste (o) (waarheid) |
onmiskenbaar (o) (zekerheid) | apparemment (o) (zekerheid) |
onmiskenbaar (o) (waarheid) | indubitablement (o) (waarheid) |
onmiskenbaar (o) (waarheid) | incontestablement (o) (waarheid) |
onmiskenbaar (o) (zekerheid) | de toute évidence (o) (zekerheid) |
onmiskenbaar feit | fait |
onmiskenbaar feit | évidence |
onmiskenbaar feit | conviction |
onmiskenbaar feit | certitude |