onduidelijk
(a)
(geluid)
|
imprécis
(a)
(geluid)
|
|
onduidelijk
(a)
(taal)
|
vague
(f)
(a)
(taal)
|
|
onduidelijk
(a)
(vaag)
|
imprécis
(a)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(a)
(niet duidelijk)
|
obscur
(a)
(niet duidelijk)
|
|
onduidelijk
(a)
(geluid)
|
évasif
(a)
(geluid)
|
|
onduidelijk
(a)
(voorwerpen)
|
obscur
(a)
(voorwerpen)
|
|
onduidelijk
(a)
(vaag)
|
flou
(a)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(a)
(vaag)
|
indirect
(a)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(a)
(geluid)
|
flou
(a)
(geluid)
|
|
onduidelijk
(a)
(vaag)
|
indéterminé
(a)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(a)
(vaag)
|
vague
(f)
(a)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(a)
(taal)
|
indéterminé
(a)
(taal)
|
|
onduidelijk
(a)
(taal)
|
indistinct
(a)
(taal)
|
|
onduidelijk
(a)
(voorwerpen)
|
détourné
(a)
(voorwerpen)
|
|
onduidelijk
(a)
(taal)
|
indirect
(a)
(taal)
|
|
onduidelijk
(a)
(geluid)
|
inintelligible
(a)
(geluid)
|
|
onduidelijk
(a)
(vorm)
|
détourné
(a)
(vorm)
|
|
onduidelijk
(a)
(taal)
|
évasif
(a)
(taal)
|
|
onduidelijk
(a)
(taal)
|
détourné
(a)
(taal)
|
|
onduidelijk
(a)
(geluid)
|
vague
(f)
(a)
(geluid)
|
|
onduidelijk
(a)
(vorm)
|
imprécis
(a)
(vorm)
|
|
onduidelijk
(a)
(voorwerpen)
|
indistinct
(a)
(voorwerpen)
|
|
onduidelijk
(a)
(vaag)
|
peu clair
(a)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(a)
(taal)
|
inintelligible
(a)
(taal)
|
|
onduidelijk
(a)
(vorm)
|
obscur
(a)
(vorm)
|
|
onduidelijk
(a)
(vorm)
|
évasif
(a)
(vorm)
|
|
onduidelijk
(a)
(vorm)
|
indirect
(a)
(vorm)
|
|
onduidelijk
(a)
(voorwerpen)
|
flou
(a)
(voorwerpen)
|
|
onduidelijk
(a)
(niet duidelijk)
|
indéterminé
(a)
(niet duidelijk)
|
|
onduidelijk
(a)
(voorwerpen)
|
vague
(f)
(a)
(voorwerpen)
|
|
onduidelijk
(a)
(geluid)
|
indéterminé
(a)
(geluid)
|
|
onduidelijk
(a)
(niet duidelijk)
|
flou
(a)
(niet duidelijk)
|
|
onduidelijk
(a)
(vaag)
|
détourné
(a)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(a)
(Idee)
|
obscur
(a)
(Idee)
|
|
onduidelijk
(a)
(voorwerpen)
|
évasif
(a)
(voorwerpen)
|
|
onduidelijk
(a)
(geluid)
|
détourné
(a)
(geluid)
|
|
onduidelijk
(a)
(niet duidelijk)
|
imprécis
(a)
(niet duidelijk)
|
|
onduidelijk
(a)
(vaag)
|
inintelligible
(a)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(a)
(Idee)
|
indéterminé
(a)
(Idee)
|
|
onduidelijk
(a)
(Idee)
|
vague
(f)
(a)
(Idee)
|
|
onduidelijk
(a)
(geluid)
|
peu clair
(a)
(geluid)
|
|
onduidelijk
(a)
(vaag)
|
indistinct
(a)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(a)
(taal)
|
peu clair
(a)
(taal)
|
|
onduidelijk
(a)
(vaag)
|
évasif
(a)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(a)
(geluid)
|
indirect
(a)
(geluid)
|
|
onduidelijk
(a)
(taal)
|
flou
(a)
(taal)
|
|
onduidelijk
(a)
(vorm)
|
peu clair
(a)
(vorm)
|
|
onduidelijk
(a)
(taal)
|
imprécis
(a)
(taal)
|
|
onduidelijk
(a)
(vorm)
|
indistinct
(a)
(vorm)
|
|
onduidelijk
(a)
(voorwerpen)
|
imprécis
(a)
(voorwerpen)
|
|
onduidelijk
(a)
(vorm)
|
indéterminé
(a)
(vorm)
|
|
onduidelijk
(a)
(vorm)
|
inintelligible
(a)
(vorm)
|
|
onduidelijk
(a)
(geluid)
|
obscur
(a)
(geluid)
|
|
onduidelijk
(a)
(Idee)
|
imprécis
(a)
(Idee)
|
|
onduidelijk
(a)
(voorwerpen)
|
inintelligible
(a)
(voorwerpen)
|
|
onduidelijk
(a)
(voorwerpen)
|
indéterminé
(a)
(voorwerpen)
|
|
onduidelijk
(a)
(niet duidelijk)
|
vague
(f)
(a)
(niet duidelijk)
|
|
onduidelijk
(a)
(voorwerpen)
|
peu clair
(a)
(voorwerpen)
|
|
onduidelijk
(a)
(geluid)
|
indistinct
(a)
(geluid)
|
|
onduidelijk
(a)
(taal)
|
obscur
(a)
(taal)
|
|
onduidelijk
(a)
(Idee)
|
flou
(a)
(Idee)
|
|
onduidelijk
(a)
(voorwerpen)
|
indirect
(a)
(voorwerpen)
|
|
onduidelijk
(a)
(vorm)
|
flou
(a)
(vorm)
|
|
onduidelijk
(a)
(vaag)
|
obscur
(a)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(a)
(vorm)
|
vague
(f)
(a)
(vorm)
|
|
onduidelijk
(o)
(vaag)
|
faiblement
(o)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(o)
(praten)
|
indistinctement
(o)
(praten)
|
|
onduidelijk
(o)
(vaag)
|
vaguement
(o)
(vaag)
|
|
onduidelijk
(o)
(praten)
|
d'une façon inarticulée
(o)
(praten)
|
Onduidelijk Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
|
onduidelijk uitspreken
|
mal articuler
|
Vertalen Onduidelijk in andere talen
