Nors — Nederlandse Frans vertaling70 vertalingen gevonden

nors (a) (gedrag) coléreux (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) carré (m) (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) gênant (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) vulgaire (a) (gedrag)
nors (a) (stem) désagréable (a) (stem)
nors (a) (kortaf) grossier (a) (kortaf)
nors (a) (persoon) irascible (a) (persoon)
nors (a) (gedrag) irritable (a) (gedrag)
nors (a) (stem) carré (m) (a) (stem)
nors (a) (kortaf) fruste (a) (kortaf)
nors (a) (kortaf) bourru (a) (kortaf)
nors (a) (stem) brusque (a) (stem)
nors (a) (kortaf) rustaud (a) (kortaf)
nors (a) (stem) rude (a) (stem)
nors (a) (gedrag) de mauvaise humeur (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) importun (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) grossier (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) avec brusquerie (a) (gedrag)
nors (a) (persoon) fruste (a) (persoon)
nors (a) (stem) rauque (a) (stem)
nors (a) (gedrag) embarrassant (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) bourru (a) (gedrag)
nors (a) (persoon) grognon (a) (persoon)
nors (a) (persoon) rude (a) (persoon)
nors (a) (persoon) acariâtre (a) (persoon)
nors (a) (gedrag) cru (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) capricieux (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) énervé (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) rébarbatif (a) (gedrag)
nors (a) (stem) fruste (a) (stem)
nors (a) (persoon) grincheux (m) (a) (persoon)
nors (a) (gedrag) brusque (a) (gedrag)
nors (a) (persoon) désagréable (a) (persoon)
nors (a) (gedrag) rude (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) boudeur (a) (gedrag)
nors (a) (kortaf) rude (a) (kortaf)
nors (a) (gedrag) brutal (a) (gedrag)
nors (a) (kortaf) rébarbatif (a) (kortaf)
nors (a) (gedrag) revêche (a) (gedrag)
nors (a) (kortaf) avec brusquerie (a) (kortaf)
nors (a) (persoon) coléreux (a) (persoon)
nors (a) (persoon) bourru (a) (persoon)
nors (a) (stem) brutal (a) (stem)
nors (a) (gedrag) rustaud (a) (gedrag)
nors (a) (kortaf) désagréable (a) (kortaf)
nors (a) (gedrag) grincheux (m) (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) aigre (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) rustre (m) (a) (gedrag)
nors (a) (stem) rébarbatif (a) (stem)
nors (a) (persoon) capricieux (a) (persoon)
nors (a) (kortaf) avec rudesse (a) (kortaf)
nors (a) (kortaf) brusque (a) (kortaf)
nors (a) (gedrag) difficile (a) (gedrag)
nors (a) (persoon) irritable (a) (persoon)
nors (a) (gedrag) grognon (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) désagréable (a) (gedrag)
nors (a) (persoon) énervé (a) (persoon)
nors (a) (gedrag) fruste (a) (gedrag)
nors (a) (kortaf) carré (m) (a) (kortaf)
nors (a) (gedrag) gros (m) (a) (gedrag)
nors (a) (stem) bourru (a) (stem)
nors (a) (kortaf) brutal (a) (kortaf)
nors (a) (gedrag) acariâtre (a) (gedrag)
nors (a) (persoon) difficile (a) (persoon)
nors (a) (gedrag) impoli (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) maussade (a) (gedrag)
nors (a) (kortaf) rustre (m) (a) (kortaf)
nors (a) (gedrag) renfrogné (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) irascible (a) (gedrag)
nors (a) (gedrag) avec rudesse (a) (gedrag)
Vertalen Nors in andere talen
Vertalen nors in Engels
Vertalen nors in Duits
Vertalen nors in Italiaans
Vertalen nors in Spaans
Vertalen nors in Portugees
Vertalen nors in Sloveens
Vertalen nors in Pools
Vertalen nors in Tsjechisch