Lijden — Nederlandse Frans vertaling40 vertalingen gevonden

lijden (n) (n) (zintuiglijke gewaarwording) supplice (m) (n) (zintuiglijke gewaarwording)
lijden (n) (n) (algemeen) torture (f) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (algemeen) désespoir (m) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (zintuiglijke gewaarwording) tourment (m) (n) (zintuiglijke gewaarwording)
lijden (n) (n) (algemeen) angoisse (f) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) douleur (f) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (n) (algemeen) tourment (m) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) peine de c ur (f) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (n) (algemeen) chagrin (m) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (zintuiglijke gewaarwording) chagrin (m) (n) (zintuiglijke gewaarwording)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) supplice (m) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) désolation (f) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (n) (algemeen) peine de c ur (f) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) chagrin (m) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (n) (algemeen) supplice (m) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (zintuiglijke gewaarwording) souffrance (f) (n) (zintuiglijke gewaarwording)
lijden (n) (n) (zintuiglijke gewaarwording) douleur (f) (n) (zintuiglijke gewaarwording)
lijden (n) (n) (algemeen) désolation (f) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (zintuiglijke gewaarwording) torture (f) (n) (zintuiglijke gewaarwording)
lijden (n) (n) (algemeen) affliction (f) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) mal (m) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (n) (zintuiglijke gewaarwording) mal (m) (n) (zintuiglijke gewaarwording)
lijden (n) (n) (zintuiglijke gewaarwording) affliction (f) (n) (zintuiglijke gewaarwording)
lijden (n) (n) (algemeen) souffrance (f) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) souffrance (f) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) tourment (m) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) désespoir (m) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (n) (algemeen) douleur (f) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) affliction (f) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) angoisse (f) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (n) (algemeen) mal (m) (n) (algemeen)
lijden (n) (n) (gevoelstoestand) torture (f) (n) (gevoelstoestand)
lijden (n) (v) (gevolgen) subir (v) (gevolgen)
lijden (n) (v) (Verlies) essuyer (v) (Verlies)
lijden (n) (v) (Verlies) subir (v) (Verlies)
lijden (n) (v) (gevolgen) essuyer (v) (gevolgen)
lijden (n) (v) (gevolgen) éprouver (v) (gevolgen)
lijden (n) (v) (pijn) subir (v) (pijn)
lijden (n) (v) (pijn) souffrir (v) (pijn)
lijden (n) (v) (Verlies) éprouver (v) (Verlies)
Lijden Voorbeelden18 voorbeelden gevonden
eronder lijden en souffrir
gezichtsverlies lijden perdre la face
honger lijden souffrir du manque de nourriture
honger lijden être affamé
lijden aan souffrir de
lijden aan être affligé de
pijn lijden faire mal
pijn lijden avoir mal
schipbreuk doen lijden provoquer le naufrage de
schipbreuk doen lijden faire naufrage
schipbreuk lijden provoquer le naufrage de
schipbreuk lijden faire naufrage
noodlijdend nécessiteux
noodlijdend misérable
noodlijdend indigent
noodlijdend pauvre
pijn lijdend endolori
pijn lijdend douloureux
Vertalen Lijden in andere talen
Vertalen lijden in Engels
Vertalen lijden in Duits
Vertalen lijden in Italiaans
Vertalen lijden in Spaans
Vertalen lijden in Portugees
Vertalen lijden in Sloveens
Vertalen lijden in Pools
Vertalen lijden in Tsjechisch