indelen
(v)
(classificatie)
|
arranger
(v)
(classificatie)
|
ingedeeld
delen in
deelt in
deelde in
deelden in
|
aient arrangé
aies arrangé
arrange
|
indelen
(v)
(classificatie)
|
mettre en ordre
(v)
(classificatie)
|
indelen
(v)
(classificatie)
|
répartir
(v)
(classificatie)
|
indelen
(v)
(classificatie)
|
classifier
(v)
(classificatie)
|
ingedeeld
delen in
deelt in
deelde in
deelden in
|
aient classifié
aies classifié
classifie
|
indelen
(v)
(classificatie)
|
ranger
(v)
(classificatie)
|
ingedeeld
delen in
deelt in
deelde in
deelden in
|
aient rangé
aies rangé
range
|
indelen
(v)
(classificatie)
|
classer
(v)
(classificatie)
|
ingedeeld
delen in
deelt in
deelde in
deelden in
|
aient classé
aies classé
classe
|
indelen
(v)
(classificatie)
|
diviser
(v)
(classificatie)
|
ingedeeld
delen in
deelt in
deelde in
deelden in
|
aient divisé
aies divisé
divise
|